Zeer grote brand Cellencomplex (Schipholbrand) - Schiphol-Oost 27-10-2005

Auteur Topic: Zeer grote brand Cellencomplex (Schipholbrand) - Schiphol-Oost 27-10-2005  (gelezen 224663 keer)

0 gebruikers (en 6 gasten bekijken dit topic.

Diamondback

  • is BHV-er/ EHBO-er. was HBT-er
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,427
  • Diamondback, verslaafd aan Colt en de brandweer!

We houden het er op dat ik het weer helemaal verkeerd zie.
U hoeft dan ook niet meer te waarschuwen.

Fred Vos.

En als u dat nou eens volhield.... ;D ;D ;D

DB aka Gunsmoke.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Gevonden op een ander forum  ;)

http://henkoosterhuis.pvda.nl/download.do/id/100723437/cd/true/  

(...)

1 Aanleiding
De IND ( Immigratie en naturalisatiedienst) wil naar aanleiding van de brand
in het cellencomplex te Schiphol een inventarisatie en een beoordeling van de
brandveiligheidssituatie bij de aanmeldcentra te Ter Apel en Schiphol.
Naar aanleiding van de bijeenkomst op 8 februari 2005 met het Nederlands
Instituut Fysieke Veiligheid Nibra en de IND is een voorstel gemaakt voor een
onderzoek naar de brandveiligheidsituatie van aanmeldcentra voor
asielzoekers met overnachtingsmogelijkheid. Het doel van dat document was
om de IND op hoofdlijnen een idee te geven van de wijze waarop het
Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra de door de IND gestelde vraag
denkt te kunnen beantwoorden. De offerte heeft invulling gegeven aan de
definitieve aanpak om te komen tot een opdracht.

(...)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
http://www.elsevier.nl/nieuws/laatste_24_uur/artikel/asp/artnr/156817/

Brandveiligheid in alle gevangenissen gecheckt

donderdag 14 juni 2007 17:30

(Novum) - Alle Nederlandse gevangenissen zijn in de afgelopen maanden gecontroleerd op brandveiligheid. Het karwei is daarmee ruim vijf maanden eerder geklaard dan was toegezegd. Dat schrijven staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak (PvdA) en minister voor Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar (PvdA) donderdag aan de Tweede Kamer.

In de 24 cellencomplexen in containers waren de brandveiligheidscans al eerder uitgevoerd. Nu zijn ook de 99 overige gevangenissen gecontroleerd op brandveiligheid, melden de bewindslieden. Voor elke justitiële inrichting wordt nu in samenwerking met de gemeenten en de brandweer een plan gemaakt om de brandveiligheid te verbeteren.

Zo moeten er in de 24 zogenoemde unitbouwcomplexen sprinklerinstallaties komen. Deze moeten voor het eind van het jaar geplaatst zijn, melden Albayrak en Vogelaar. Ook hebben alle gevangenismedewerkers inmiddels een opleiding bedrijfshulpverlening gevolgd, waardoor er nu dertienduizend bedrijfshulpverleners in justitiële inrichtingen zijn.

In de rapportage komen de actiepunten aan de orde die het kabinet had opgesteld naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de Schipholbrand. In september 2005 kwamen in het cellencomplex Schiphol-Oost elf mensen om het leven. De raad legde de schuld voor de desastreuze gevolgen van de brand bij de overheid. De destijds verantwoordelijke ministers van Vrom en Justitie Sybilla Dekker (VVD) en Piet Hein Donner (CDA) traden hierna af.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
http://www.ad.nl/binnenland/article1439152.ece

Libiër krijgt drie jaar cel voor Schiphol-brand

HAARLEM - De rechtbank in Haarlem heeft vrijdag de 25-jarige Libiër Ahmed al-J. veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf wegens opzettelijke brandstichting in het cellencomplex van Schiphol-Oost.
 
http://www.ad.nl/multimedia/archive/00014/brand_schiphol_FBF1_14858h.jpg
De brandweer bestrijdt de vuurzee in het cellencomplex op Schiphol. Foto FBF
 Door de brand kwamen elf mensen om het leven.

Het Openbaar Ministerie (OM) had vijf jaar gevangenisstraf tegen Al-J. geëist. De brand brak op 26 oktober 2005 kort voor middernacht uit in de cel van Al-J. Nadat bewakers de Libiër uit zijn cel hadden gered, lieten zij de celdeur openstaan, waardoor de brand zich razendsnel door de K-vleugel kon verspreiden. In de vroege ochtend van 27 oktober bleek dat elf mensen uit deze vleugel waren omgekomen.

De Libiër heeft, liggend op zijn bed, een sigarettenpeuk weggeschoten zonder te controleren of die wel uit was. Volgens de rechtbank is die peuk terechtgekomen op een verfrommeld laken aan het voeteneinde. Daar lag ook een deels afgerolde rol wc-papier.

Voor de rechtbank is het duidelijk dat een verband bestaat tussen de handelingen van Al-J. en de dood van elf van zijn medegedetineerden. De man heeft niet de vooropgezette bedoeling gehad om brand te veroorzaken, maar hij heeft ,,welbewust het risico aanvaard'', meent de rechtbank. Ze houdt Al-J. verantwoordelijk voor de sterfgevallen.

Advocaat Eduard Damman van Al-J. noemt de uitspraak ,,een hard gelag''. Zijn cliënt heeft nooit de bedoeling gehad vuur te maken en heeft ook zeker niet het risico aanvaard dat daardoor slachtoffers zouden vallen, zei hij in zijn pleidooi. De rechtbank vindt daarentegen dat het redelijkerwijs te voorzien is dat als er brand is in een gebouw waar mensen zijn opgesloten, daarbij doden kunnen vallen.

(ANP)


Maxx

  • Senior GGP
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,615
3 jaar? Toe maar! :(


Timmos

  • Persfotograaf
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,326
    • Tim-Koster.nl
Drie jaar cel voor verdachte Schipholbrand
Uitgegeven: 15 juni 2007 12:53
Laatst gewijzigd: 15 juni 2007 13:28



AMSTERDAM - De rechtbank in Haarlem heeft vrijdag de 25-jarige Libiër Ahmed al-J. veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf wegens opzettelijke brandstichting in het cellencomplex van Schiphol-Oost. Door de brand kwamen elf mensen om het leven.
 
Het Openbaar Ministerie (OM) had vijf jaar gevangenisstraf tegen Al-J. geëist. De brand brak op 26 oktober 2005 kort voor middernacht uit in de cel van Al-J.

 

Nadat bewakers de Libiër uit zijn cel hadden gered, lieten zij de celdeur openstaan, waardoor de brand zich razendsnel door de K-vleugel kon verspreiden. In de vroege ochtend van 27 oktober bleek dat elf mensen uit deze vleugel waren omgekomen.

Peuk

De Libiër heeft, liggend op zijn bed, een sigarettenpeuk weggeschoten zonder te controleren of die wel uit was. Volgens de rechtbank is die peuk terechtgekomen op een verfrommeld laken aan het voeteneinde. Daar lag ook een deels afgerolde rol wc-papier.

Voor de rechtbank is het duidelijk dat een verband bestaat tussen de handelingen van Al-J. en de dood van elf van zijn medegedetineerden.

De man heeft niet de vooropgezette bedoeling gehad om brand te veroorzaken, maar hij heeft "welbewust het risico aanvaard", meent de rechtbank. Ze houdt Al-J. verantwoordelijk voor de sterfgevallen.

Risico

Advocaat Eduard Damman van Al-J. noemt de uitspraak "een hard gelag". Zijn cliënt heeft nooit de bedoeling gehad vuur te maken en heeft ook zeker niet het risico aanvaard dat daardoor slachtoffers zouden vallen, zei hij in zijn pleidooi.

De rechtbank vindt daarentegen dat het redelijkerwijs te voorzien is dat als er brand is in een gebouw waar mensen zijn opgesloten, daarbij doden kunnen vallen.

Bron: http://www.nu.nl/news/1115838/15/Drie_jaar_cel_voor_verdachte_Schipholbrand.html


Diamondback

  • is BHV-er/ EHBO-er. was HBT-er
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,427
  • Diamondback, verslaafd aan Colt en de brandweer!
Een beetje advocaat gaat met zo'n uitspraak natuurlijk direkt in hoger beroep.


Fred Vos

  • Verbannen gebruiker
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 417
@  Diamondback, Timmos en 112Max

Het doet me deugd dat u respectievelijk verwacht dat de advocaat HB instelt en dat u de straf hoog vindt.
Wij gaan daar niet over, maar voor de discussie doet dat er niet toe. Men zou ook niets kunnen zeggen uit onverschilligheid.

Door toedoen van de rechter-commissaris en de OvJ ben ik als deskundige op verzoek van de verdachte enthousiast tegengewerkt. Dit, zowel vooraf als na mijn benoeming als  deskundige op verzoek van de verdachte, die een beperkte maar ook een vrijwel (juridisch) onmogelijke activiteit behelsde.

Zo is het mij (de verdediging) nooit vergund zelf een onderzoek op de plaats delict in te stellen.

Wel zie ik als een mogelijkheid dat alle bezwaren die door mij zijn ingebracht tegen de ethische en inhoudelijke activiteiten van de OvV, het OM en de DGMR onderzoekers zouden kunnen worden genegeerd/onbesproken blijven.

Uit de media maak ik op dat de Rechtbank de verklaring van de verdachte dat hij de peuk heeft weggegooid heeft gebruikt en de verklaringen dat hij controleerde of deze uit was omdat hij restanten altijd de volgende dag oprookte (gedwongen zuingheid) niet heeft aangenomen.

Met de dossierkennis en de normen van onderzoek zou ik niet tot het brandtechnische oordeel kunnen komen dat de brand
door een peuk op het bed is ontstaan. Het is een drogredenering: "daarna dus daardoor".
De beschikbare feiten wijzen allen op een ontstaansgebied tussen celwand en buitenwand en een daar aanwezige mogelijke oorzaak (sporen) zijn mogelijk vernietigd door toedoen van de OvV, en de recherche waardoor tegenonderzoek effectief wordt gefrustreerd. Dat geldt ook voor de alternatieve oorzaken in de cel.

Als deskundige weet ik uit de literatuur dat een peuk van een cigaret brand
van een bed (beddegoed) kan veroorzaken maar de frequentie waarmee dat gebeurt is laag.
Dat heb ik ook als deskundige verklaard bij het onderzoek ter terechtzitting waaraan ik toevoegde:
"Maar daarmee staat dit als oorzaak van de celbrand niet vast."

De Rechtbank stelt dat de verdachte dit heeft kunnen voorzien (?) met ook de gevolgen voor het
gehele complex.
Gebonden aan de normen van brandoorzaakonderzoek als deskundige,
zou ik dit brandtechnisch oordeel,  als voorwaarde voor een juridisch oordeel, nooit mogen uitspreken.
Volgens mij heeft geen enkele 'deskundige' , of de recherche,
het ontstaan van de brand door een weggegooide peuk als oorzaak, binnen de wetenschappelijke methode van brandoorzaakonderzoek, vastgesteld (wel als 'ongeval' aangenomen, maar dat is zeker niet hetzelfde).

Alle brandpreventiedeskundigen, betrokken bij de bouw en gebruiksvergunning,
zouden de gevolgen van een ontstaan van brand in een cel met de gevolgen voor het complex wel moeten kunnen voorzien. Dat impliceert ook de uitspraak van de Rechtbank; als iemand uit de Derde Wereld dat kan voorzien....dan...

Dan had men logischerwijs nooit deze, brandtechnisch belachelijke inventaris, met een veelvoud aan vuurbelasting in relatie tot de testwaarde gehanteerd bij 'brandwerendheid' samen met beschikbare rookwaren mogen toestaan.

De rol van het repressieve optreden lijkt de rechter te hebben meegewogen; dat maakt me zeer benieuwd
naar het volledige vonnis, dat pas wordt geschreven indien HB wordt aangetekend.

De Staat wint in elk geval tijd en mogelijk, door de tijd (weer) sowieso, verdwijnen er nog meer sporen op en rond de plaats delict. Herhaalde waarschuwingen hielpen niet. Jammer dan maar voor 'waarheidsvinding' en 'fair trial'.

We gaan het zien!

Met vriendelijke groet,
Fred Vos.
Disclaimer: Alle uitspraken van het verbannen lid Fred Vos zijn geheel voor eigen rekening, het beheer en moderatorteam van het Hul


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=BA7326

 LJN: BA7326, Rechtbank Haarlem , 15/634170-05   Print uitspraak
Datum uitspraak:   15-06-2007
Datum publicatie:   15-06-2007
Rechtsgebied:   Straf
Soort procedure:   Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie:   De rechtbank Haarlem heeft op 15 juni 2007 een 25-jarige Libiër veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar voor opzettelijke brandstichting in zijn cel. Hierdoor zijn 11 medegedetineerden omgekomen en is de K-vleugel van het cellencomplex op Schiphol-Oost volledig verwoest. De rechtbank concludeert uit de technische onderzoeken en uit de verklaringen van de verdachte dat hij met het wegschieten van een sigarettenpeuk de brand op het bed in zijn cel heeft veroorzaakt. De man heeft hiermee niet de vooropgezette bedoeling gehad om brand te stichten, maar door zijn handelen heeft hij welbewust het risico aanvaard dat hierdoor brand zou ontstaan. De verdachte heeft immers: - de sigaret niet uitgemaakt, - zich er niet van vergewist dat de sigaret uit was, - de peuk weggeschoten in de richting van het voeteneinde van het bed terwijl hij wist dat daar een weggetrapt laken en een deels afgerolde rol wc-papier lag, - niet gekeken of die sigaret op brandbaar materiaal was terechtgekomen. Deze handelwijze betekent dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op brandstichting. De rechtbank wijst er in het vonnis op dat de opzet van de verdachte weliswaar niet gericht is geweest op de gevolgen van de brand, te weten de dood van 11 celbewoners, maar houdt de verdachte hiervoor wel verantwoordelijk. Het is immers redelijkerwijs te voorzien dat bij een brand in een cellencomplex, waarin degenen die daar zijn opgesloten zich niet zelf kunnen bevrijden, dodelijke slachtoffers kunnen vallen. De eventuele tekortkomingen in het gebouw of in de hulpverlening doen niet af aan de verantwoordelijkheid van verdachte, als veroorzaker van de brand. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de door de Libiër opzettelijk gestichte brand de dood van 11 personen tot gevolg heeft gehad en de K-unit van het cellencomplex heeft verwoest. Ter motivering van de opgelegde gevangenisstraf van 3 jaar wijst de rechtbank erop dat brandstichting in een detentiecentrum een uitzonderlijk ernstig delict is omdat de gedetineerden niet in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen, zodat een uiterst bedreigende situatie voor hen ontstaat. Hoewel verdachte niet heeft beoogd dat er brand zou ontstaan van een zo grote omvang, is deze brand toch uitgemond in de dood van 11 personen en een aantal anderen hebben geruime tijd in doodsangst gezeten. De rechtbank houdt er in het voordeel van de verdachte rekening mee dat de gebruikte materialen in de cel en de bouwconstructie hebben bijgedragen aan de snelle ontwikkeling van de brand. De rechtbank weegt ook mee dat de bewaarders de deur van de cel van verdachte na zijn bevrijding open hebben laten staan waardoor vuur en rook zich konden uitbreiden naar de gang. Ten slotte houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte zelf ook ernstig gewond is geraakt en dat hij 8 maanden onder zwaardere omstandigheden gedetineerd is geweest.


Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT

MEERVOUDIGE STRAFKAMER


Parketnummer: 15/634170-05
Uitspraakdatum: 15 juni 2007
Tegenspraak


STRAFVONNIS


Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21, 22 en 29 mei 2007 en 1 juni 2007 in de zaak tegen:

[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
  wonende te [woonplaats].


1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat

PRIMAIR:

hij op of omstreeks 26 oktober 2005 te of bij Oude Meer, althans in de gemeente Haarlemmermeer,
opzettelijk brand heeft gesticht in een (detentie)cel (nummer 11) in Unit K van het cellencomplex Schiphol-Oost aldaar,
immers heeft verdachte toen in voornoemde cel, opzettelijk (met behulp van een aansteker en/of een (bran-dende/smeulende) sigaret) (een) kledingstuk(ken) en/of (toilet)papier en/of (de inhoud van) een prullenbak en/of een (dek)bed, althans een of meer goed(eren)in die cel aangestoken, althans met een bran-dend/smeulend voorwerp en/of (open) vuur in aanraking gebracht en/of (aldus) tot ontbranding gebracht,
(mede) ten gevolge waarvan brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor (een) ander(en), te weten (een) inge-slotene(n) in een of meer cel(len) van Unit K van dat cellencomplex en/of een of meer ander(e) daar aanwe-zig(e) perso(o)n(en), te duchten was en het feit de dood van elf, althans een of meer, van die ingeslotenen,
te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11], ten gevolge heeft gehad;

SUBSIDIAIR:

(mede) aan zijn, verdachtes, schuld te wijten is dat op of omstreeks 26 oktober 2005 te of bij Oude Meer, al-thans in de gemeente Haarlemmermeer, brand in het cellencomplex Schiphol-Oost aldaar is ontstaan,
immers heeft verdachte toen en daar in een (detentie)cel (nummer 11) in Unit K van voornoemd cellencom-plex, roekeloos, althans hoogst, in elk geval aanmerkelijk onachtzaam en/of onvoorzichtig, een branden-de/smeulende sigaret, althans een sigaret waarvan hij wist, in elk geval redelijkerwijs kon en/of mocht ver-moeden, dat deze (nog) niet gedoofd was (weg)gelegd op en/of (weg)gegooid en/of (weg)geschoten in de richting van (toilet)papier en/of (een) kledingstuk(ken) en/of een (dek)bed en/of (de inhoud van) een prullen-bak, althans een of meer (brandbare) goed(eren) in die cel, althans een brandend/smeulend voorwerp en/of (open) vuur in aanraking gebracht en/of laten komen met voornoemd(e) goed(eren),
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor (een) ander(en), te weten (een) inge-slotene(n) in een of meer cel(len) van Unit K van dat cellencomplex en/of een of meer ander(e) daar aanwe-zig(e) perso(o)n(en), te duchten was en het feit de dood van elf, althans een of meer, van die ingeslotenen,
te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11], ten gevolge heeft gehad.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
VERVOLG

2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3. Bewijs

3.1. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan in dier voege dat

PRIMAIR:

hij op 26 oktober 2005 te Oude Meer, in de gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk brand heeft gesticht in detentiecel nummer 11 in Unit K van het cellencomplex Schiphol-Oost aldaar,
immers heeft verdachte toen in voornoemde cel, opzettelijk met behulp van een brandende/smeulende sigaret goederen in die cel tot ontbranding gebracht, ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen, te weten ingeslotenen in de cellen van Unit K van dat cellencomplex en andere daar aanwezige personen, te duchten was en het feit de dood van elf van die inge-slotenen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11], ten gevolge heeft gehad.

Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

Hetgeen aan verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

3.2. Bewijsoverwegingen

3.2.1. Oorzaak van de brand.
Bij de beantwoording van de vraag naar de oorzaak van de brand in de K-vleugel van het cellencomplex Schiphol-Oost stelt de rechtbank het volgende voorop. Uit de ingestelde technische onderzoeken, in samen-hang met de verklaringen van verdachte ter terechtzitting en de verklaringen van de bewaarders [bewaarder 1] en [bewaarder 2] en de waarnemingen op de video-opnamen ten tijde van de ontwikkeling van de brand, kan geconcludeerd worden dat de brand is ontstaan in cel 11 (K0.20), de cel waarin verdachte op dat moment verbleef.

Op grond van het door de technische recherche naar aanleiding van de Schipholbrand ingestelde onderzoek komt de technische recherche (proces-verbaal met nummer PV 278C/05-092622, gesloten op 29 januari 2006, inclusief bijlagen, in samenhang met proces-verbaal met nummer 05-092622, gesloten op 10 november 2005) tot - onder meer - de volgende conclusies met betrekking tot de oorzaak van de brand:
gezien het brandverloop in de cel en de doortekening van het brandsporenbeeld op de rechterbuitenzijde van de cel wordt met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gereconstrueerd dat de brand zich vanaf de rechterzijde van de cel, waar zich het stapelbed bevond, heeft verplaatst naar de linkerzijde en voorzijde van de cel. Daar alle elektrische componenten, waaronder de meterkast, zich aan de linkerzijde van de cel bevon-den kon een technische oorzaak met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden uitgesloten.
  
Er werden geen aanwijzingen gevonden voor een technische oorzaak die het ontstaan van de brand in deze cel konden verklaren.

Ir. Lelieveld van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft met betrekking tot het brandverloop in cel 11 in zijn rapport van 28 april 2006 – onder meer - het volgende opgemerkt:
Waarnemingen die door de technische recherche worden weergegeven, komen overeen met het brandbeeld dat ik heb waargenomen tijdens de onderzoeken ter plaatse.
De brand is zeer intens geweest. Gezien de duur en de intensiteit van de brand kunnen alle aangetroffen brandpatronen op de stalen containerwanden worden verklaard als afkomstig van één primaire brandhaard met als conclusie: een primaire brandhaard ter plaatse van het stapelbed, terwijl alle andere (secundaire) brandhaarden hieruit ontstaan zijn.
Onderschreven kan worden dat de brand waarschijnlijk aan de rechterzijde is ontstaan en zich hiervandaan verder heeft verspreid. Aan de rechterzijde van de cel zijn geen apparatuur of elektrische aansluitingen die een technische oorzaak als verklaring kunnen geven voor het ontstaan van de brand.

Op gronden als vermeld in zijn pleitnota heeft de raadsman, mr. Damman, aangevoerd dat het door de techni-sche recherche naar de brandoorzaak verrichte onderzoek niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit on-derzoek kan - naar de raadsman heeft betoogd - niet voor het bewijs worden gebezigd.

Met betrekking tot het door de technische recherche verrichte onderzoek (voornoemd proces-verbaal d.d. 29 januari 2006) overweegt de rechtbank dat de bij dat onderzoek gedane bevindingen op essentiële punten steun vinden in andere bewijsmiddelen. Met name worden de bevindingen van de technische recherche en de daarop gebaseerde conclusie dat het stapelbed in de cel van verdachte, cel 11, primaire brandhaard is ge-weest, bevestigd door de getuige-deskundige ir. Lelieveld (rapport d.d. 28 april 2006 en zijn verklaring ter te-rechtzitting d.d. 21 mei 2007), alsmede door de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij vlammen aan het voeteneind van zijn bed heeft waargenomen. Ook de conclusie van de technische recherche dat het brandverloop in de cel zich vanaf de rechterzijde van de cel, de zijde waar het stapelbed stond, heeft ver-plaatst in de richting van de gang van de K-unit, wordt gesteund door de voornoemde getuige-deskundige ir. Lelieveld in zijn rapport d.d. 28 april 2006. Daarbij merkt de rechtbank op dat ook de bij Efectis Nederland BV uitgevoerde praktijkproeven, gericht op het verkrijgen van inzicht in de brandontwikkeling in de cel van verdachte in de beginfase, deze ‘brandroute’ als mogelijkheid bevestigen.

Nu ook overigens niet is gebleken dat het door de technische recherche verrichte onderzoek en het aan de hand daarvan opgestelde proces-verbaal d.d. 29 januari 2006 niet voldoen aan de daaraan te stellen (wettelij-ke) eisen en bovendien door ir. Lelieveld in zijn rapport van 28 april 2006 is vastgesteld dat, anders dan door de raadsman betoogd, bij dat onderzoek een procedure is gehanteerd die gebruikelijk is voor onderzoeken naar de oorsprong en oorzaak van een brand, kunnen de nader aan te duiden conclusies uit het onderzoek door de technische recherche, zeker in samenhang met andere bewijsmiddelen, voor het bewijs worden ge-bruikt. De door de verdediging genoemde NFPA 921 richtlijn, waaraan de technische recherche bij haar on-derzoek niet zou hebben voldaan, heeft, wat van dit verdedigingsstandpunt overigens ook zij, geen formele status. Er is geen sprake van een norm waar wettelijk gezien aan voldaan moet worden.

Het vorenstaande in aanmerking genomen gaat de rechtbank thans van het volgende uit. Enerzijds is er het stapelbed als primaire brandhaard aan de rechterzijde van de cel, waar zich geen elektrische componenten bevonden, terwijl er geen technische oorzaak is gevonden die het ontstaan van brand op die plaats kan verkla-ren. Anderzijds is er de verklaring van verdachte dat hij voor hij op het onderste bed van het stapelbed in slaap viel daar een eigenhandig van shag gedraaide sigaret heeft gerookt waarvan hij de peuk, zonder deze eerst te hebben uitgemaakt en zonder te controleren of deze uit was, heeft weggeschoten in de richting van het voeteneind van het bed, waar zich opgefrommeld beddengoed bevond en waar door verdachte voor het eerst vlammen zijn waargenomen. Bij die stand van zaken kan het naar het oordeel van de rechtbank niet an-ders dan dat verdachte met het wegschieten van de peuk de brand op het bed in zijn cel heeft veroorzaakt. Deze conclusie vindt steun, niet alleen in het rapport van ir. Lelieveld, d.d. 28 april 2006, waarin staat dat de kans op ontsteking van een bed door een brandende sigaret aanmerkelijk is, maar eveneens in de verklaring van de getuige drs. Vos ter terechtzitting van 22 mei 2007, inhoudende dat hij heeft waargenomen tijdens de door hem bijgewoonde smeulproeven bij Efectis, dat een medewerker van Efectis een peuk in de holte van een laken heeft laten vallen, in welk laken meteen een centimeters groot gat brandde. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de wijze waarop deze peuk in aanraking werd gebracht met het laken, verge-lijkbaar is met de feitelijke situatie zoals die door verdachte is beschreven.