Dus eigenlijk is het ondertussen goed verklaard.
Zou de samenwerking met verpleegkundige en chauffeurs wellicht beter zijn doordat veel MMT verpleegkundige niet fulltime op het MMT zitten, maar ook gewoon ambulance verpleegkundige zijn? Of vergis ik me daar in?
Auditor,
Het speelt zeker geen onbelangrijke rol. Veel MMT verpleegkundigen werken deels op de ambulance. Ze vertegenwoordigen daar natuurlijk ook het MMT. De meeste doen gewoon hun werk, maar het zijn vaak behoorlijk actieve mensen en de initiator van nascholingen.
Ik weet niet of het écht uitmaakt, maar ik denk dat huidige generatie ambulanceverpleegkundigen vanuit het ziekenhuis op heel andere manier hebben leren samenwerken met artsen. Het omgekeerde geldt ook ten aanzien van artsen met verpleegkundigen. Horken aan beide zijden kom je eigenlijk niet meer tegen. Met betrekking tot het MMT werk worden artsen én verpleegkundigen geselecteerd, waarbij de nadruk ligt op communicatieve vaardigheden. We kijken dus vooral naar non-technical skills.
Het is hoogcomplex werk. Er worden in zeer korte tijd, onder grote druk enorm veel procedures afgewerkt. Er is weinig blunderbandbreedte. Je moet razendsnel kunnen switchen. Het is daarom belangrijk dat er voldoende 'bitjes' overblijven.
Als je in staat blijft om adequaat te communiceren, dan verloopt de samenwerking meestal soepel en het geeft nog zelden aanleiding tot frictie. We kiezen er vaak voor complexe inzetten gezamenlijk te evalueren in een "hot debrief". Dat vindt meestal plaats direct na de inzet. Er komen regelmatig heel goede leerpunten naar voren, waar actief op geacteerd binnen het team.
Momenteel loopt er pilot om gezamenlijk te trainen. Uiteindelijk wordt de pre-hospitale zorg steeds beter op elkaar afgestemd en ik geloof dat dit een belangrijke factor is. Het is niet zozeer meetbaar, maar ik geloof stellig dat de toename van het aantal oproepen het resultaat is van een verbetering in de samenwerking, meer begrip voor elkaar kennis en kunde en toegenomen professionalisering binnen de ambulancezorg.