Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl

Auteur Topic: Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl  (gelezen 177969 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #150 Gepost op: 5 februari 2015, 18:30:47
Blog: Inbreker zonder succes


05 februari - Jacco Bezuijen

Soms kom je criminelen vaker tegen. Zo ook Henk. Henk is al jaren zwaar verslaafd aan heroïne en breekt geregeld in om aan geld te komen. Maar erg succesvol is hij daarbij niet, want meestal hebben we hem snel te pakken.

Tijdens een nachtdienst wordt de stilte in onze dienstwagen verbroken door de stem van de meldkamer. ‘RM 08.02 wilt u gaan rijden voor een inbraak heterdaad in een basisschool’. We gaan er direct op af. Mijn maat stuurt onze dienstwagen vlotjes over een smalle dijk naar het aangrenzende dorp. Met een hondengeleider in ons kielzog rijden we de straat in waar de school gevestigd is. Aan de achterzijde van de school ontdekken we een opengebroken kozijn. Onder het raam staat een tafelmodel zandbak en in het zand zie ik een duidelijke afdruk van een schoen. Wat me opvalt is dat er alleen een afdruk van een ingaand spoor is. En aangezien er verder geen ramen of deuren open staan, moet de inbreker dus nog binnen zijn!

De hondengeleider haalt zijn viervoetige dienstmaatje uit zijn auto, dit wordt voor hen een mooie klus. ‘Politie, kom te voorschijn anders laat ik de hond los!’, roept hij hard de school in. Het blijft doodstil. Als er na drie keer roepen nog geen reactie uit de school komt, klimt de hondengeleider met zijn hond door het raam naar binnen. Lokaal na lokaal zoeken ze samen naar de inbreker. Ik loop aan de buitenzijde van de school mee en ik heb goed zicht op de verrichtingen van de hond. Hij heeft duidelijk plezier in het zoeken. Zijn oren staan rechtop en hij kwispelt uitbundig. Plots houdt hij stil en het lijkt wel of hij heel even verbaasd kijkt. Vervolgens begint hij woest te blaffen. Dan hoor ik een paniekerige stem ‘Oké, oké, ik geef me over, maar haal alstublieft die hond weg!’ Vanonder het vensterbank staat een man op. Het is Henk, hij heeft niet de moeite genomen zich goed te verstoppen. We boeien hem en nemen hem mee naar het politiebureau, waar we proces-verbaal tegen hem opmaken.

Enkele maanden later wordt ons gevraagd naar een jeugdsoos te gaan. Er is een inbraakalarm afgegaan en de beheerder van het pand, die in kennis gesteld is door de alarmmaatschappij, trof bij de soos een opengebroken deur aan. Als hij de politie belt is er al een half uur verstreken, maar mijn collega en ik gaan er meteen naartoe. Daar aangekomen wijst de beheerder ons op de verbroken toegangsdeur en de van de muur getrokken sirene. Verbaasd kijk ik mijn collega aan. Waarom zou iemand de sirene van de muur halen? Dat is maar een onderdeeltje van het alarmsysteem en ook zonder deze sirene krijgt de alarmmaatschappij gewoon een inbraakmelding.

Meer voor de gemoedtoestand van de beheerder dan dat we verwachten nu nog iemand aan te treffen, stappen mijn maat en ik het pand binnen. We doorzoeken alles. Als we in de ontmoetingsruimte van de jeugdsoos zijn, geeft mijn collega het op en zegt dat er toch niets te vinden is. Hij gaat naar buiten en ik loop nog even de donkere, stille ruimte rond. Aan de achterzijde van de ontmoetingsplek staat een tweezitsbank. Achteloos kijk ik er nog even achter en schrik me dan helemaal rot. In het licht van mijn zaklamp zie ik Henk liggen, plat op zijn rug en met dichtgeknepen ogen, alsof hij denkt: ‘Als ik jou niet zie, dan zie je mij ook niet!’. Bekomen van de schrik zeg ik hem achter de bank vandaan te komen en als een goede verliezer doet Henk dat direct.

Tijdens de wandeling naar onze dienstauto is Henk zichtbaar teleurgesteld dat hij is opgepakt. Hij zegt: ‘Ik snap er niks van. Hoe wisten jullie dat ik aan het inbreken was? Ik had het alarmsysteem toch onklaar gemaakt?’ Ik onderdruk een glimlach en besluit geen antwoord te geven. Ik ga hem niet wijzer maken. Zo lang hij denkt dat het alarmsysteem niet werkt als de sirene van de muur is, is hij in ieder geval makkelijker aan te houden!

Citaat
Over de blogger

(foto: politie.nl)
Jacco Bezuijen

Jacco Bezuijen startte in 1996 als agent bij de politie in Barendrecht. In 2007 stapte hij over naar de verkeerspolitie, waar hij in 2012 begeleider werd van het Verkeershandhavingsteam. Sinds 2013, toen bij hem werkgerelateerde PTSS werd vastgesteld, zit hij thuis. Binnenkort hoopt hij een andere passende functie binnen de politie te vinden.

Jacco: ‘In mijn werk maakte is veel leuke, maar zeker ook minder leuke dingen mee. Door veel dingen op te schrijven geef ik ander inzicht in mijn werk, maar ook geef ik mijn ervaringen zo een plek.

Jacco is te volgen op Twitter (@jhbezuijen) waar hij bericht over zijn werk als motoragent en begeleider van het Verkeershandhavingsteam. Ook probeert hij daar inzicht te geven in wat PTSS met een agent en zijn gezin doet. Jacco heeft ook twee boeken geschreven: ‘Belevenissen van een agent’ en ‘Hoe mijn jongensdroom een nachtmerrie werd’.




zie ook:

http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=83741.0

http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=70167.0

http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=47069.0
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #151 Gepost op: 15 februari 2015, 00:26:21
Blog: Jacht op de zakkenroller


12 februari  - Joris Mohr

Mijn dienst is net begonnen, de jacht op zakkenrollers is geopend. Tijdens mijn dagelijkse werkzaamheden loop ik in burger(kleding) en surveilleer in het openbaar vervoer van Amsterdam. Vlak voordat ik de deur uit loop, zie ik een vrouw aan de balie staan met een wanhopige blik. Een Engelse toerist, begrijp ik. Ik vang op dat ze in tram 2, ter hoogte van het Stedelijk Museum in Amsterdam, is bestolen van haar portemonnee.

Ik loop naar haar toe, want dit wekt mijn interesse. Ze vertelt dat ze bij het instappen een ruk aan haar tas voelde. Toen ze omkeek zag ze een man wegrennen en was haar portemonnee uit haar tas verdwenen. Ik moedig haar aan om aangifte te doen, maar ze heeft weinig tijd, omdat ze binnen een uur op Schiphol moet zijn. Dus maak ik zelf snel een conceptaangifte op. Ook bel ik het Gemeentevervoersbedrijf om de camerabeelden op te vragen. Hierna vertrekt de vrouw. Ik heb met haar te doen. Ze is door de diefstal 200 pond, een rijbewijs, 2 bankpassen en een creditkaart lichter. Geen leuke afsluiting van een vakantie.

Een paar dagen later krijg ik de beelden van tram 2 in bezit. De kwaliteit is slecht, maar onze boef staat er 2 keer op. Ondanks dat de beeldkwaliteit niet optimaal is, herken ik de man. Ook collega’s die ik de beelden toestuur, herkennen hem. Het is de ons bekende zakkenroller Hans (gefingeerde naam).

Ik bel met een officier van justitie en we krijgen toestemming om Hans buiten heterdaad aan te houden. Hans heeft een vast adres, dus als eerste gaan we thuis bij hem langs. Hij is er niet, maar zijn broer vertelt dat hij bij de reclassering zit. We bellen er direct naartoe. Daar horen we dat Hans in de Bijlmer (wijk in Amsterdam Zuidoost red.) aan het werk is. We willen hem daar ophalen, maar de reclasseringsmedewerker zegt dat hij er direct naartoe gaat en hem komt brengen. Helaas gaat dit niet goed: Hans krijgt er lucht van en smeert hem. Ik baal flink, maar we geven het niet op. We zoeken nog wat coffeeshops af en vragen collega’s op straat om naar Hans uit te kijken. Maar ook dit mag niet baten.

We besluiten een paar dagen later nogmaals naar de woning van Hans te gaan, met een machtiging tot binnentreden. Ik heb weinig hoop, want ik verwacht dat Hans zijn huis mijdt, nu hij weet dat we hem in beeld hebben.

De flat waar Hans woont, ligt op de eerste verdieping. Hij kan dus aan beide kanten zijn woning ontvluchten. Daarom loopt een aantal collega’s naar de balkonzijde om deze kant van de flat in de gaten te houden. Ik bel beneden aan, maar de portiekdeur wordt niet opengedaan. Vanaf de begane grond zie ik in de woning van Hans, bij het keukenraam, gordijnen bewegen. Er is in ieder geval íemand thuis! Ik bel bij de buren aan, die de portiekdeur gelukkig wel opendoen.

Ik ren naar boven en bel bij de voordeur aan. Ook hier wordt niet op gereageerd. Ik bonk een paar keer hard op de deur, maar ook dat heeft geen effect. Als ook de collega’s aan de achterkant van de flat via de portofoon doorgeven dat er iemand in de woning is, besluiten we de deur in te trappen. Na een paar flinke schoppen krijgen we dat voor elkaar. De deur gaat open en daar staat Hans, enigszins beduusd, in de deuropening. We houden hem aan en nemen hem mee naar het bureau. De rechter mag over hem oordelen.
Het geeft altijd een goed gevoel als we een zaak rond krijgen.

Helaas vinden we de portemonnee van de Engelse toeriste niet terug. Maar een paar dagen later neemt de dame telefonisch contact met me op. Ik vertel haar dat de zakkenroller is aangehouden en ze bedankt me voor mijn hulp en inzet. Ze zegt dat ze is gebeld door een man die haar portemonnee achterin een bus had gevonden. Het geld was eruit, maar de rest zat er nog gewoon in. Ze is daar enorm blij mee. En ook met de goede daad van de eerlijke vinder. En daar ben ik het helemaal mee eens!

Citaat
Over de blogger

Joris Mohr

Joris Mohr (35) is agent in Amsterdam en werkt bij het Prioteam van het BOV (Basisteam Openbaar Vervoer). Hij werkt voornamelijk undercover en zijn specialisme ligt bij het opsporen van zakkenrollers in het openbaar vervoer.

Joris: ‘Ik schrijf blogs omdat ik mijn ervaringen graag wil delen. Ik vind het altijd jammer als iemand kritiek heeft op het politiewerk. Met mijn blogs laat ik zien wat ons werk inhoudt, zodat mensen een volledig beeld krijgt. En hopelijk breng ik ze op andere gedachten.’

Omdat het zijn undercoverwerkzaamheden kan schaden, brengen we Joris bij zijn blogs niet herkenbaar in beeld.
Samen sterk in de hulpverlening!


Diamondback

  • is BHV-er/ EHBO-er. was HBT-er
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,427
  • Diamondback, verslaafd aan Colt en de brandweer!
Reactie #152 Gepost op: 22 februari 2015, 20:55:03
Geven en nemen. Topblog. Vallen en opstaan.

http://idordt.nl/deukje/


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #153 Gepost op: 25 februari 2015, 17:21:48
De waarheid is hard

door Piet Kats

maandag 16 februari 2015

Als politieagent dien je altijd de waarheid te spreken. Op zich vanzelfsprekend, zonder enige twijfel. Hoewel je soms in situaties komt, waarbij je na moet denken voordat je direct de waarheid spreekt. Want die kan wel eens hard aankomen…



We krijgen een melding van een mogelijke reanimatie in een ‘massagesalon’ op de X straat. In deze salon is een man onwel geworden en vermoedelijk ademt hij ook niet meer. Met  toeters en bellen rijden we naar de plaats toe en rennen met de AED (defibrillator) het gebouw binnen. We stampen de salon binnen en worden naar het ‘behandelkamertje’ gewezen waar de man ligt.
We sluiten direct de AED aan en starten de reanimatie. De collega’s van de brandweer en de ambulance komen ter plaatse en een half uur lang proberen we het leven van de man te redden. Helaas lukt het niet en de collega’s van de brandweer en ambulance vertrekken weer.

We spreken met de dame die de man een ‘behandeling’ heeft gegeven en vragen aan haar of ze weet hoe deze man heet. De dame in kwestie weet alleen te vertellen dat de man zich heeft voorgesteld als Joost, maar voor de rest weet ze helemaal niets van hem. Ze vertelt dat Joost een klant is die bij haar een behandeling kreeg, maar tijdens deze behandeling plotseling onwel werd. Het leek of Joost geen adem meer kreeg, probeerde op te staan en vervolgens op de grond viel.

We zoeken in de kleding van Joost en het enige wat wij in zijn kleding vinden zijn sleutels van een auto en twee briefjes van 50 euro. Voor de rest geen enkel identiteitsbewijs of enig aanknopingspunt wie het zou kunnen zijn. Dat hebben wij weer, is mijn eerste gedachte. Hoe moet ik nu achter de volledige identiteit van Joost zien te komen?

Als de chef van dienst ter plaatse komt krijg ik een idee. Ik stel voor om te voet door de straten in de omgeving te gaan wandelen en met de afstandbediening kijken bij welke Opel de deuren open zullen gaan. Nou dat heb ik geweten! Ik krijg kramp in mijn duim van op het knopje van de afstandbediening drukken. Joost mag het weten waar de auto staat. Ik zoek in de straten rondom de salon en maak de cirkel steeds groter. Uiteindelijk na 20 straten gehad te hebben vind ik de Opel. Ik vermoed dat Joost de auto bewust ver weg heeft gezet om anoniem te blijven, want in de auto vind ik zijn portemonnee met rijbewijs en zijn mobiele telefoon. Ik laat de auto staan, neem de portemonnee en de mobiele telefoon mee en loop weer terug naar de salon.

Na het opvragen blijkt Joost helemaal geen Joost te heten maar Jan. We besluiten om terug te gaan naar het politiebureau en twee andere collega’s nemen de taak op zich om te wachten op de politiearts, die ter plaatse komt op verzoek van de chef van dienst.

Wij gaan proberen om de familie op te sporen en deze in kennis te stellen.
Als ik in het bevolkingsregister kijk zie ik dat Jan als enige staat ingeschreven op het adres, terwijl hij wel gehuwd is. Zijn vrouw staat ingeschreven op een ander adres in een andere stad. Omdat dit te ver voor ons rijden is, verzoeken wij de collega’s van de andere regio om de vrouw in kennis te stellen van het overlijden van haar man.

Een half uur later worden wij teruggebeld door een collega van de andere regio, die aangeeft dat het overbrengen van het slechte nieuws bij de vrouw erg moeilijk zal zijn. Als ik vraag waarom zegt de collega dat ze het wel hebben geprobeerd, maar dat de vrouw in een verzorgingstehuis verblijft en ernstig dement is.

Ik heb mijn hoop nu gevestigd op hun zoon, die wel in onze regio woont. Samen met mijn collega gaan wij naar het adres toe en bellen aan.
Er wordt door een man opengedaan en het blijkt de zoon van Jan te zijn. Fronsend kijkt hij ons aan als we vragen of we even binnen mogen komen, omdat we slecht nieuws hebben. Binnengekomen vertel ik hem dat zijn vader is overleden, waarschijnlijk als gevolg van een hartstilstand. Ik vraag hem om mee te gaan naar de begrafenisondernemer, waar zijn vader inmiddels naar toe is gebracht, voor de confrontatie (herkenning).

Na de confrontatie die positief is, komt de onvermijdelijke vraag waar wij zijn vader hebben aangetroffen. Uit piëteit probeer ik me op de vlakte te houden door te vertellen dat het op de X straat was en dat de auto van zijn vader nog in de Y straat geparkeerd staat. Ik vind de waarheid zo hard als ik vertel waar we zijn vader hebben aangetroffen. Hij neemt echter geen genoegen met mijn antwoord en vraagt of het op straat was of in zijn auto. Ik vertel dat we zijn vader hebben aangetroffen in een woning op de X straat, waar hij kennelijk op bezoek was.
Onderzoekend kijkt hij mij aan en zegt: “U verbergt iets voor mij, ik wil graag de waarheid horen!”. Dan vertel ik hem dat wij zijn vader hebben aangetroffen in een massagesalon. Met grote ogen kijkt hij mij aan en het is een tijdje stil. Meewarrig schudt hij zijn hoofd en zegt: “Die ouwe in een massagesalon, ik begrijp u en wil de rest niet weten”.

We brengen hem terug naar huis en rijden naar het bureau.
Ik vraag me af of hij de verdere familie verteld heeft waar zijn vader is overleden.

Citaat

Piet Kats  
Ik vind mijn werk nog steeds uitdagend en leuk, al zijn er soms minder leuke gebeurtenissen. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.
Aanbevolen blogs v collega's (schrijvers)
http://hondengeleider.wordpress.com
www.reflectieinblauw.nl/
http://limburgsewijkagent.blogspot.nl
www.onzehulpverleners.nl
www.demensenvandeambulance.nl
En een aanbevolen boek http://beroepseer.nl/nl/publicaties/aanbevolen-boeken-ii#maarikhebhelemaal

Blog geplaatst met toestemming van Piet Kats
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #154 Gepost op: 25 februari 2015, 17:28:45
Blog: Het is menens


Datum publicatie: 19-02-2015 Geschreven door: Dirk-Jan Grootenboer

Mijn nachtdienst is net begonnen als ik een bekende stem door de portofoon hoor. De centralist van de meldkamer – ik heb ooit samen met hem meldingen gereden - geeft ons een adres door. ‘Een woningbrand. We weten niet of de bewoners nog in huis zijn!’ Aan zijn stem hoor ik dat het menens is.

Deze dienst rijd ik met een collega van de Koninklijke Marechaussee. We doen samen een nachtdienst, een samenwerkingsverband tussen de Marechaussee en de politie. Ik vraag hem of hij wel eens zo’n melding gehad heeft. Hij kijkt mij aan en schudt zijn hoofd. Terwijl ik vol gas richting het adres scheur, leg ik in het kort uit wat hij kan verwachten. We gaan eerst zorgen dat iedereen veilig is. De volgende auto die arriveert doet de afzetting. Wij gaan hulp verlenen waar mogelijk is. Veel meer uitleg kan ik niet geven omdat we binnen een minuut de straat inrijden en een vlammenzee zien.

Ik geef aan de meldkamer door dat we ter plaatse zijn en dat de vlammen uit de woning slaan. We stappen uit en zien een man in de voortuin liggen. Hij schreeuwt en krijst. Hij ligt ernstig dicht bij de vlammen. Mijn maatje aarzelt niet. Hij pakt hem vast en sleept hem in veiligheid. Het been van de man staat scheef en lijkt gebroken te zijn. Vanuit de woning horen we ook gegil en gekrijs. Een geluid dat ik niet snel zal vergeten. De voorzijde van de woning staat zo in lichterlaaie dat het voor ons niet mogelijk is om naar binnen te gaan. Even voel ik me machteloos. Tegelijkertijd hoor ik door de portofoon dat de meldkamercentralist ervoor zorgt dat meer collega’s aansnellen, ook van de brandweer. Ook geeft hij door dat er op dit adres drie mensen bij de gemeente staan ingeschreven.

Ik ren naar de achterzijde van de woning en zie een vrouw op het balkon staan, ze is hevig in paniek. Ik roep dat ze naar beneden moet springen. ‘Mijn zoon is nog binnen!’, schreeuwt ze. Ondanks haar bezorgdheid springt ze vanaf de eerste verdieping in de achtertuin en landt veilig in het gras. Haar armen zijn verschroeid en haar gezicht ziet zwart van de rook. Ik geef direct aan de meldkamer door dat de vrouw veilig is, maar dat haar zoon nog in de woning moet zijn. De brand is nog altijd hevig. De centralist benadrukt via de portofoon dat wij niet zelf naar binnen moeten gaan.

Ik neem de vrouw mee naar de voorzijde. Inmiddels zijn ook buren aan het helpen en mijn maat assisteert het aangesnelde ambulancepersoneel. Ook een brandweerauto komt met volle vaart aan en parkeert voor de woning. Ik ben blij dat ze er zijn. Ik loop naar de brandweercommandant en geef door waar in huis ik iemand hoorde schreeuwen. Hij had via de meldkamer al vernomen dat er nog iemand in het pand was. Via zijn portofoon zegt hij iets tegen zijn mensen en vanuit mijn ooghoek zie ik dat een formatie van brandweerlieden de woning in dendert. Als een arrestatieteam gaan ze dwars door de vlammen heen. Kort hierna zie ik ze alweer naar buiten komen. Met de zoon. Gelukkig konden ze de jongen binnen enkele seconden opsporen en naar buiten brengen. Een tweede ambulance staat al klaar en het personeel ontfermt zich direct over de jongen.

Ook een traumahelikopter komt aan. De trauma-arts wordt snel bij de slachtoffers gebracht en verleent eerste hulp. Er wordt besloten dat de de jongen en zijn vader per ambulance met zwaailicht en sirene naar het ziekenhuis gaan. Ook dit geef ik door aan de centralist. Hij zegt me hem te blijven informeren, zodat hij de hulpverleners kan aansturen. Ik kijk rond en zie collega’s afzettingen regelen, het verkeer stoppen voor de ambulances en andere hulp verlenen. Binnen enkele minuten is iedereen in stelling gebracht. Het is een mooi samenspel tussen de meldkamer en alle hulpverleners ter plaatse.

Inmiddels staat de straat vol met toeschouwers. Ondanks dat het midden in de nacht is, komen ze kijken wat er aan de hand is. De brandweer is druk met blussen. Ik houd de rest van de nacht de lijn open met de meldkamer. Naarmate de nacht vordert, begint langzaam de rust terug te keren en komt ook de recherche ter plaatse om samen met de brandweer onderzoek te doen naar de oorzaak van de brand. Uiteindelijk lost de ochtenddienst ons af en gaan wij naar het politiebureau voor een bak koffie.

In het bureau doen we samen met het ambulancepersoneel een debriefing. Tijdens een debriefing worden het incident en de werkzaamheden doorgesproken. Het is een leermoment, maar ook een manier om de gebeurtenissen een plek te geven. Ook het personeel van de meldkamer is bij deze bijeenkomst aanwezig. De zoon had blijkbaar in paniek 112 gebeld toen hij nog in de woning was. De centralist die hem aan de lijn kreeg vertelt hoe hij door de telefoon het vuur hoorde knisperen waarna de lijn wegviel. Heftig. De opluchting was dan ook groot toen werd doorgegeven dat de jongen uit het brandende huis was. Zoals ik al dacht betreft het een gezin: vader, moeder en hun zoon. Bij iedereen overheerst blijdschap dat alle drie levend uit de brand zijn gehaald.

Als ik later hoor dat de drie bewoners herstellen van hun verwondingen, voel ik me trots. Deels door de goede en snelle samenwerking van alle hulpdiensten, is het goed afgelopen. Ondanks dat het menens was!

Citaat
Over de blogger


Dirk-Jan Grootenboer
(foto: politie.nl)

Dirk-Jan Grootenboer is 35 jaar en werkt als hoofdagent in Dordrecht binnen de eenheid Rotterdam.
Dirk-Jan: 'Tijdens het politiewerk kan ik dichterbij de inwoners zijn dankzij het gebruik van social media. Op die manier wil ik laten zien hoe mooi en uitdagend het politievak kan zijn.'
Dirk-Jan is ook actief op Twitter (@DJ_Grootenboer) en Facebook.

zie ook: http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=52066.0#board
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #155 Gepost op: 5 maart 2015, 16:36:21
Blog: Moeilijke beslissing


26 februari - Wijnand de Gelder

Het is een rustige koude nacht. Ik draai dienst met collega Edwin. Er zijn weinig meldingen. Al surveillerend in de wijk, praten we over van alles en nog wat. We besluiten wat vroeger naar het politiebureau terug te rijden voor een kop koffie, in afwachting van de aflossing door de vroege dienst.

Het is zo rond 10 over 6 als de mobilofoon ineens krakend tot leven komt. De centralist van de meldkamer vraagt of we naar het kanaal willen rijden. Daar is iemand van de brug gesprongen. De adrenaline schiet direct door m’n lichaam en we haasten ons er naartoe.

Boven op de brug stappen we uit de auto en rennen naar de railing. In een flits zie ik daar 2 sloffen staan, de melding is dus echt! Hangend over de railing, kijken we omlaag. Ruim 15 meter onder ons zie ik iemand in het donkere water drijven. Een aantal nieuwsgierige chauffeurs stopt om te zien wat er aan de hand is. We roepen naar beneden, maar krijgen geen enkele reactie. Het slachtoffer is mogelijk al verdoofd door het koude water. We besluiten om snel naar de zijkant van het kanaal te rijden. De wind staat die kant op en dus drijft het slachtoffer daarheen.

Het kanaal is hier een meter of 40 breed. We hopen het reddingstouw te kunnen gooien en de drenkeling uit het water te trekken. Maar hij dobbert op en neer en we zijn hem steeds even kwijt. Hij beweegt niet, alleen het hoofd komt boven het water uit. We roepen opnieuw en schijnen met een zaklamp. Het werkt allemaal niet. Ik kijk mijn collega aan en zie dat hij net als ik gefrustreerd is dat we zo weinig kunnen doen. We willen allebei het water in om hem te redden, maar dat is geen optie. De drenkeling dobbert op 25 meter afstand. Gezien de weersomstandigheden ben je zelf ook binnen enkele seconden bevangen van de kou als je erin gaat.

Van verschillende kanten komen mensen op het tumult af. Eén persoon wil zich uitkleden om het water in te gaan. De omstanders schreeuwen naar ons: ‘Ga er dan in!’ Maar het water in gaan betekent zelfmoord. Het kost ons veel moeite om de mensen tegen te houden. Allerlei emoties schieten er door me heen, ik begrijp ze zo goed. Ze willen de man redden, net als ik. Maar ik moet ze ervan weerhouden te water te gaan. Anders hebben we straks nog meer slachtoffers.

De drenkeling verdwijnt steeds vaker onder water om tenslotte onder te blijven. Er arriveren meer collega’s om ons te ondersteunen met de opvang van het publiek. Gelukkig komt vlak hierna ook de duikploeg van brandweer aan. Ik zie ook een ambulance stoppen, maar aan de andere kant van het kanaal. Later hoor ik dat ook daar iemand moest worden tegengehouden om het water in te gaan. De brandweer weet het slachtoffer, een man zo blijkt, met de boot uit het water te halen.

Een tweede ambulance komt erbij. Ruime tijd zijn ze met de man bezig en uiteindelijk vervoeren ze hem naar het ziekenhuis. Maar al snel komt het bericht dat ze hem niet hebben kunnen redden, hij is overleden. Mijn collega en ik kijken elkaar aan. We staan allebei te trillen op onze benen van emotie. Ik zak tegen de auto aan en tranen branden in mijn ogen. Opnieuw voel ik de frustratie dat ik de man niet heb kunnen redden.

Een brandweerduiker en een ambulancebroeder zien ons staan. Ze komen op ons af en leggen een arm om ons heen. Het enige wat ze zeggen: ‘Jullie hebben het juiste gedaan! Je kon het water niet in, dat had je zelf ook niet overleefd.’ Dat is goed om te horen. Collega-professionals die je moeilijke beslissing met een simpel gebaar en paar woorden onderstrepen.

Dan ineens komen er twee vrouwen op ons af. Een van hen heeft een vel papier in haar hand. Zij missen hun broer. Het signalement dat ze opgeven is dat van de drenkeling. Het papier blijkt een afscheidsbrief te zijn. Het verdriet en de wanhoop straalt van hen af. De man blijkt vlakbij te wonen en mijn collega en ik gaan mee naar de woning. De hele familie is er en iedereen zit met vragen. We vertellen zoveel we kunnen. Ik zie de diepe rouw op de gezichten. Als er geen vragen meer zijn, maak ik in overleg een pot koffie voor de familie en zet deze in de woonkamer neer.

Dan vertrekken we richting het politiebureau. Daar spreken we de gebeurtenissen nog eens kort door en daarna gaan we naar huis. Thuis, in bed, kan ik de slaap niet vatten. Constant zie ik de man dobberen en onder water verdwijnen. Ik ben er dan ook alweer vroeg uit. Halverwege dag komt een telefoontje van mijn teamchef. Hij heeft het hele verhaal gehoord. Ook hij vindt dat we de juiste keus gemaakt hebben en zeer professioneel gehandeld hebben. Ik ben blij dat hij dat zegt, maar toch voelt het nu niet zo. Er is iemand dood.

In de regionale krant verschijnt een artikel, waarin staat dat wij - de politie - de man hebben laten verdrinken omdat wij niets deden. Mijn teamchef en ook de wijkagent uit de wijk waar het slachtoffer woont, nemen het voor ons op en leggen contact met de krant. Ook gaan zij het gesprek aan met de familie om daar de zaak uit te leggen. De familie heeft het verhaal nu compleet en verwijt ons niets.

Het verzacht mijn nare gevoel, maar de frustratie en het gevoel van onmacht zijn natuurlijk niet weg. Het is lastig je te verdedigen tegen mensen die een oordeel hebben zonder het volledige verhaal te kennen. De beelden van de dobberende man blijven op mijn netvlies staan. Het was een van de moeilijkste beslissingen die ik ooit heb moeten nemen!

Citaat
Over de blogger


Wijnand de Gelder
(foto: politie.nl)

Wijnand de Gelder (44 jaar) werkt al sinds 1991 bij de politie. Via verschillende functies werd hij in 2009 verkeersmedewerker. Inmiddels zijn z’n werkzaamheden flink uitgebreid. Wijnand is op dit moment waarnemend wijkagent in Den Haag en houdt zich daarnaast bezig met onder andere horeca, bijzondere wetten, evenementen en demonstraties. Ook werkt hij als verkeersadviseur en neemt hij examens af voor politiemensen in opleiding.

Wijnand: ‘Ik heb in ruim 20 jaar veel meegemaakt tijdens mijn werk. Door mijn verhalen op te schrijven, beleef ik een incident opnieuw en dat geeft me een gevoel van opluchting. Alsof ik het beter achter me kan laten. Ik herken me in de verhalen van de andere bloggers en ik hoop dat ik met mijn blogs andere collega’s help en begrip kweek bij de ‘buitenwereld’ voor het politiewerk.’
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #156 Gepost op: 5 maart 2015, 16:45:43
Belofte maakt schuld

door Piet Kats

maandag 2 maart 2015

Mensen doen vaak beloftes aan ons als politiemensen, maar komen deze heel vaak niet na. Ze vinden het raar dat wij als politie argwanend zijn. Bij deze melding deden we allebei een belofte en kwamen deze na.

Het is een rustige nacht, rustig in de zin van het aantal meldingen, maar ook bladstil weer.
Het is rond de klok van 04:00 uur, als we het geluid van een racende scooter en een motor horen. Het geluid komt steeds dichterbij het bureau waar we op de binnenplaats staan, zodat Richard en ik elkaar aankijken en wel zin hebben in een achtervolging. We springen in de bus en zien voor het bureau een scooter en een quad voorbij racen. De snelheid ligt aardig boven de toegestane maximum snelheid van vijftig kilometer per uur. Beide bestuurders hebben ons niet gezien, zodat we in eerste instantie ongemerkt kunnen volgen. Als we dicht achter de scooter zitten, die geen kentekenplaat heeft, zetten we ons stopbord aan, maar kennelijk merkt de bestuurder dit niet op. Voor de verkeerslichten met de A straat stoppen beiden even en kijkt de bestuurder van de quad om.

Snel schrijft Richard het kenteken van de quad op. De bestuurder van de quad roept iets naar de scooterrijder, geeft vol gas en spurt weg. Wij proberen de scooterrijder klem te rijden, maar deze rijdt het trottoir op en keert om. Snel omkeren heeft geen zin, dus dan toch maar proberen de quad te pakken. Ook hij probeert te ontkomen, maar een quad is minder wendbaar dan een scooter. Zwaailicht en sirene erbij heeft een nog averechtser effect, want hij gaat de gekste stunten uithalen om aan ons te ontkomen. Ik neem afstand en zie dat hij een stuk verderop bijna crasht, doordat hij met volle snelheid het trottoir oprijdt tussen de geparkeerde auto’s en een huizenblok. Op een haar na mist hij een geparkeerd staand voertuig, waarop ik, uit veiligheidsoverwegingen, besluit om de achtervolging af te breken.
We hebben tenslotte het kenteken en kunnen op die manier proberen erachter te komen, wie de bestuurder was.

Nog vol met adrenaline en vastberaden om erachter te komen wie de bestuurder was, rijden we naar de B straat waar de drieëntwintigjarige eigenaar van het voertuig zou moeten wonen. Het is inmiddels 04:30 uur als we aanbellen bij het adres, in de omgeving is geen quad te zien. Na enige tijd verschijnt bij de voordeur een jongeman en onze eerste indruk is dat hij niet de bestuurder geweest is. Hij heeft een verward kapsel en de plooien van het kussen zitten nog in zijn wangen, maar uit ervaring sluit ik niets uit. Ik vraag hem waar zijn quad is en hij vertelt dat deze in reparatie is bij een ‘vriend’. Hij vraagt of er iets ergs gebeurd is en we vertellen hem in het kort wat er zojuist gebeurd is. Richard vraagt naar zijn legitimatiebewijs en vordert hem om bekend te maken wie de bestuurder was. Dat ben je als kentekenhouder verplicht, maar hij zegt niet direct een telefoonnummer te hebben of wil dit niet direct geven. Ik heb de indruk dat het om het laatste gaat, dus vraag ik hem om zijn rijbewijs. Nadat hij mij het rijbewijs heeft overhandigd, vertel ik hem dat hij zijn rijbewijs om 22:00 uur mag ophalen op het bureau Zuidplein met medeneming van ‘de vriend’. Mocht hij niet verschijnen, dan zal na achtenveertig uur zijn rijbewijs ingevorderd worden en opgestuurd worden aan de officier van justitie.

’s Avonds om 22:00 uur, als onze tweede nachtdienst begint, meldt hij zich alleen aan het bureau en overhandigt ons een rijbewijs. Hij vertelt dat dit degene is die is weggereden voor ons. Hij denkt het rijbewijs even om te ruilen en weer verder te kunnen. Die vlieger gaat natuurlijk niet op, want wat moet ik alleen met een rijbewijs zonder dat degene een verklaring aflegt? Ik vertel hem dat hij het rijbewijs weer mee mag nemen en terug mag komen met de houder van het rijbewijs. Ditmaal tovert de eigenaar wel een telefoonnummer tevoorschijn en belt die ‘vriend’ op. Hij vertelt tegen hem dat de politie er geen genoegen mee neemt, maar dat hij zelf naar het bureau moet komen. Ik krijg vervolgens de mogelijke bestuurder, die zichzelf als Rik voorstelt, aan de lijn. Ik vraag Rik waarom hij zelf niet naar het bureau komt om een verklaring af te leggen. Hij geeft aan dat hij nog 3000 euro aan boetes heeft openstaan en dat hij bang is om aangehouden te worden zodra hij zich meldt op het bureau. Ik verzeker Rik dat het mij gaat om een verklaring betreffende zijn rijgedrag. Ik hoor dat hij twijfelt, omdat hij naar eigen zeggen geen één politieagent vertrouwt. Hij is namelijk wel eens meer door de politie onder valse voorwendselen naar een bureau gelokt met als gevolg dat hij toen werd aangehouden. Momenteel heeft hij een hoogzwangere vriendin die moet bevallen, dus vastzitten wil hij niet. Ik vertel hem dat ik hem niet meer als mijn woord kan geven en dat ik wel van het kaliber ben dat ik mijn woord dan ook houd. Rik vertelt dat hij komt, maar dat het op vechten zou aankomen als ik hem toch zou aanhouden.

Binnen een kwartier staat Rik op het bureau. Hij biedt quadeigenaar, die Rik met een boos gezicht aankijkt, zijn excuses aan. Ik geef de eigenaar zijn rijbewijs terug en krijg Rik zijn rijbewijs weer in handen. Ik neem Rik mee naar een verhoorkamertje en zie dat hij een grote zwarte sporttas bij zich heeft. Het verbaast me wel, maar ik vraag hem verder niet naar de inhoud.

Rik vertelt dat hij in een opwelling met de quad, die hij gerepareerd had voor de jongen, een rondje was gaan rijden. Onderweg is hij een scooter tegengekomen en is daar tegen gaan racen. Toen plotseling achter hem een politieauto opdook die hem achtervolgde was hij bang dat de 3000 euro wel eens verdubbeld zou worden. Dat was de reden dat hij er vandoor ging. Hij besefte later wel dat de quad een kenteken voerde en de politie hem toch op de hielen zou zitten. Maar ja, toen was het leed al geschied. Hij zit nu alsnog op het politiebureau.

Gezien zijn verleden is Rik niet altijd een brave jongen geweest, maar ik zie wel dat hij al een paar jaar niet meer in onze systemen voorkomt. Ik vraag hem over zijn verleden en wat hij momenteel doet. Rik vertelt spijt te hebben van zijn criminele verleden en dit afgezworen te hebben. Hij heeft al geruime tijd een lieve vriendin die zijn zaken beheert, die hem ook heeft afgeholpen van al zijn verkeerde vrienden af te komen. Hij vertelt dat ze de touwtjes goed in handen heeft en bezig is om alle achterstallige boetes langzamerhand te betalen, zodat hij ook bij haar ingeschreven kan worden. Ze verwachten samen een kindje en zijn helemaal gelukkig. Ze was de bewuste nacht aan het logeren bij haar moeder in het oosten van het land, dus had Rik alle tijd om ‘even’ een quad te repareren. Dat was uitgelopen tot laat in de nacht, maar rond 03:30 uur was de quad gemaakt en ging hij even een proefritje maken. Rik verklaart impulsief te zijn en dan soms domme dingen te doen. Dat werd uiteindelijk een wedstrijd op de weg met een scooterrijder, maar ook een wedstrijd om uit handen van de politie te blijven.

Om zeker te weten dat hij de bestuurder is die we achtervolgd hebben vraag ik hem een paar cruciale dingen, zoals het traject wat we afgelegd hebben. Rik kan dit feilloos beantwoorden, waardoor ik zeker weet dat hij het geweest is.
Ik geloof Rik zijn levensverhaal en moet een beslissing nemen. Iemand die hard bezig is om zijn leven een nieuwe positieve impuls te geven, help ik niet door hem hard aan te pakken. Hij werkt ruim een jaar bij een raffinaderij en heeft het goed naar zijn zin. Zijn rijbewijs heeft hij hard nodig om met de brommer naar zijn werk te gaan, dus een invordering zou hier geen goed aan doen.

Ik vertrouw op mijn gevoel en besluit Rik een kans te geven. Ik geef hem zijn rijbewijs terug en vertel hem dat hij dit soort domme dingen nooit meer moet uithalen, terwijl hij zo goed op weg is. Ik vertel hem dat hij een bekeuring krijgt voor te snel rijden binnen de bebouwde kom.
Verder vraag ik hem om mij maandelijks te benaderen om de één van de twaalf boetes die hij heeft openstaan te betalen zonder dat ik hem zou aanhouden. Een vrijwaring hiervan kan ik hem niet geven, omdat betalingsregelingen bij boetes officieel geregeld moeten worden.

Ik heb mijn woord gegeven, maar dan moet hij dat ook doen. Rik toont mij zijn zware tas en opent deze. Met tranen in zijn ogen vertelt hij dat hij kleding, geld en shag heeft meegenomen, omdat hij bang was dat hij door ons toch aangehouden zou worden. Rik verlaat het bureau weer met zijn zware tas én zijn rijbewijs.

Ruim een jaar later heeft Rik aan zijn betalingsverplichtingen voldaan en kan hij zich ongehinderd op straat begeven, zonder bang te zijn om aangehouden te worden. Hij is inmiddels vader geworden van een gezonde zoon en is apetrots.
Bij de laatste betaling knijpt Rik mijn hand fijn en bedankt me voor alles. Hij vertelt dat hij toch nog een vraag heeft. Hij heeft nooit de bekeuring gehad van de overschrijding van de snelheid. Ik kijk hem aan en zeg met een ernstig gezicht: “Daar ben je wel erg laat mee, Rik. Maar ik ga er onmiddellijk achteraan!”

Lachend loop ik weg, Rik met een verbaasd gezicht achterlatend.

Citaat

Piet Kats  
Ik vind mijn werk nog steeds uitdagend en leuk, al zijn er soms minder leuke gebeurtenissen. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.
Aanbevolen blogs v collega's (schrijvers)
http://hondengeleider.wordpress.com
www.reflectieinblauw.nl/
http://limburgsewijkagent.blogspot.nl
www.onzehulpverleners.nl
www.demensenvandeambulance.nl
En een aanbevolen boek http://beroepseer.nl/nl/publicaties/aanbevolen-boeken-ii#maarikhebhelemaal

Blog geplaatst met toestemming van Piet Kats
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #157 Gepost op: 5 maart 2015, 16:50:34
Blog: Die 'vervelende' jongeren


05 maart 2015 - Arthur van der Vlies

Ik zet mijn motor neer met de zwaailichten aan. Er is een aanrijding gebeurd en mij is gevraagd een van de wegen af te zetten. De mobilofoon zet ik een beetje harder, zodat ik me vrij kan bewegen en toch alles meekrijg. De straat is van alle kanten afgesloten, er kan niemand door. Niet met de auto, maar ook niet met de fiets of lopend. Een aantal mensen is het niet eens met de afsluiting, ik krijg veel commentaar: ‘Waarom mag ik er niet door?’, ‘Ik moet maar een klein stukje!’ en zelfs ‘Doe niet zo lastig!’

Even verderop zie ik een groep jongeren staan. Ik ken ze uit de buurt. Het zijn jongens die ik meer dan eens heb aangesproken op vervelend gedrag. Zo te zien hebben ook zij commentaar, op de collega’s die bij de aanrijding bezig zijn. Hoofdschuddend zie ik het aan.

Als het onderzoek naar de toedracht van het ongeval klaar is, wordt de weg weer vrijgegeven. Ik loop terug naar mijn motor, maar merk dat hij niet meer draait. Vreemd. Zou een van de collega’s de motor uitgezet hebben? Ook het zwaailicht en de mobilofoon zijn uit. Met een zwaai gooi ik mijn rechterbeen over de buddyseat en draai het sleuteltje in het contact een paar keer om. De lampjes lichten heel even op. Ik druk op de starter, maar tot mijn verbazing gebeurt er helemaal niets. Dan besef ik me dat de accu leeg is. Blijkbaar was hij al niet helemaal vol, want door de mobilofoon en de zwaailichten is hij nu helemaal leeg.

Tegen beter weten in probeer ik de motor nogmaals te starten. Ik zie de lampjes op mijn dashboard nog vager oplichten en doe hem snel weer uit. Ook schakel ik de lichten en apparatuur uit. Ik kijk een beetje zoekend om me heen en zie dat mijn collega’s al zijn weggereden. Wel staat het groepje jongeren er nog. Ze staan te kletsen en hun aandacht is verschoven naar mij. Ze hebben vast lol over mijn pech.

Ik zucht diep. Er zit niks anders op. Ik haal de motor van de standaard en begin – terwijl ik er op zit – zo hard mogelijk te rennen in de hoop dat ik het ding weer aankrijg. Het moet er wel een beetje knullig uitzien. Een politieman, geheel in motorpak en met helm op, die zijn motor als een soort loopfiets gebruikt en zo op snelheid probeert te komen. Helaas lukt het me niet, de motor gaat niet aan. Na drie pogingen geef ik het hijgend en puffend - en mopperend - op.

Heel langzaam komen de jongeren wat dichterbij. Ze doen wat lacherig en voorzien mijn pogingen van commentaar. Ze vinden het overduidelijk maar vreemd wat ik aan het doen ben. Een van hen raapt zijn moed bij elkaar en vraagt timide: ‘Doet hij het niet meer!?’ Gefrustreerd over mijn tevergeefse pogingen en sneer ik hem toe: ‘Wat denk je zelf?’, maar direct voel ik me schuldig. Ik leg hem uit dat mijn motor niet meer wil starten omdat de accu is leeggelopen. Met een glimlach op zijn gezicht roept een van de anderen: ‘Iets meer sporten, agent!’ Ik schiet in de lach.

Een andere jongen vraagt: ‘Moeten we een duwtje geven?’ Ik kan mijn enthousiasme niet bedwingen en roep direct met een grote lach op mijn gezicht: ‘Nou graag!’ Ik til mijn voeten van de vloer en de jongens duwen. De motor komt in beweging. Ik draai de contactsleutel om en ik zie de lampjes op mijn dashboard zachtjes oplichten. Ik laat de koppeling opkomen en al schokkend en hikkend lukt het om een klein stukje weg te rijden. Maar na 10 meter stopt de motor opnieuw. De jongens komen weer aanrennen en beginnen opnieuw te duwen. Ik herhaal mijn eerdere handelingen en opnieuw komt de motor schokkend en stotend tot leven. Deze keer geef ik zachter gas en ineens spurt ik vooruit. Het is gelukt!

Direct keer ik om en rijd even terug naar de jongens om ze te bedanken. Een van hen zegt: ‘Graag gedaan. Hebben we nu weer een beetje credit bij u opgebouwd?!’ Lachend geef ik aan dat ze dat inderdaad hebben. Terwijl ik wegrijd schud ik opnieuw mijn hoofd, maar nu met een lach op mijn gezicht. Die ‘vervelende’ jongens die ik meerdere keren moest aanspreken omdat ze overlast gaven in de buurt, hebben mij nu mooi uit de brand geholpen!

Citaat
Over de blogger


Arthur van der Vlies
(foto: politie.nl)

Arthur van der Vlies (46) is voormalig politieman met 21 jaar ervaring. Hij werkte bij de surveillancedienst, bereden brigade en was buurtagent en lid van het bedrijfsopvangteam. Nu geeft hij lezingen en advies over de impact van het politiewerk en schrijft voor www.reflectieinblauw.nl. Verder geeft hij advies aan leidinggevenden binnen de politie en is hij gesprekspartner voor diverse politie-eenheden.
Arthur: ‘Ik schrijf blogs en verhalen omdat ik aan burgers en collega’s wil laten zien dat politiemensen in hun werk veel dingen meemaken. Veel leuke dingen maar ze komen ook regelmatig voor dilemma’s te staan. Dilemma’s waar velen niet of nooit over na hoeven te denken. Mijn motto is: politiewerk blijft mensenwerk'.
Samen sterk in de hulpverlening!


Prio1

  • Generalist GGP
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 547
Reactie #158 Gepost op: 17 april 2015, 10:04:30
Blog: Voor het eerst in de noodhulp
http://kombijdepolitie.blogspot.nl/2015/04/voor-het-eerst-in-de-noodhulp.html

Citaat
“Op dit moment zit ik in tertiel 5 van mijn opleiding.  Dit houdt in dat ik op de helft ben, voordat ik mijn diploma mag gaan afhalen. In de voorgaande tertielen ging het erom dat ik een goede indruk zou krijgen van het werk en de basis zou leren. Vanaf tertiel 5 ervaar ik het pas als spannend. We gaan nu ‘meldingen rijden’.

Op dit moment rijd ik als derde persoon mee in een noodhulpvoertuig. Dat zijn over het algemeen de bekende Volkswagen Tourans die je ziet rijden. Deze voertuigen zijn behoorlijk uitgebreid uitgerust. In de kofferbak vind je een grote koffer met lades. Hierin liggen handschoenen, breekijzers, aangifteformulieren voor inbraken, de alcoholtester en de onderdelen hiervoor, maar ook een bezem, kogelwerende vesten, een AED om te reanimeren en nog veel meer. Zo divers als de inhoud van de kofferbak is, zo divers is het werk tijdens je noodhulpdienst.

Tot dusver heb ik bijna alles al voorbij zien komen. Verkeersongevallen, hulpverlening, overlast, burenruzie en ik heb ook al een slechtnieuwsgesprek moeten voeren. Over dat onderwerp heb ik al eens een blog geschreven.

Wat mij nog het meeste opvalt zijn het aantal meldingen waar wij eigenlijk niet veel kunnen doen, maar waar er wel veel van ons wordt verwacht. Dit zijn de civiele conflicten. Eigenlijk is daar maar een oplossing voor en dat is een advocaat en een civiele rechter. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat mensen voor een dichte deur staan van hun huurwoning. De huurbaas heeft de sloten vervangen, omdat het huurcontract is ontbonden. De huurbaas was echter overijverig en er staan nog spullen van de bewoners in de woning. Wanneer ik bij zo’n melding uitkom, wordt er vaak van ons (de politie) verwacht dat we wel even de huurbaas in de boeien slaan en de deur intrappen. Dat werkt dus niet zo. Wat we wel kunnen doen is bemiddelen. We gaan dan praten met beide partijen en proberen zo tot een oplossing te komen. Dan moeten beide partijen wel willen praten. Lukt dit niet, dan hebben we slechts een adviserende rol.  Hiervoor ligt niets in onze grote kofferbak. Soms zijn we politieman/vrouw, maar net zo vaak politiemens. Niet veel later rijden we met geluids- en optische signalen naar de A2 waar iemand over de snelweg wandelt. Niet veel later rijden we stil, maar net zo snel naar een inbraakalarm.

Van aangifte tot  het geven van advies en van bonnen schrijven tot reanimeren. De noodhulpdienst is erg afwisselend.”

Sander (34) heeft na een aantal jaar in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, de overstap gemaakt naar het politievak. Hier vertelt hij over wat hij meemaakt in de opleiding en in zijn praktijkperiodes.
Mijn uitspraken kunnen nooit in verband worden gebracht met welke organisatie dan ook.


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #159 Gepost op: 26 april 2015, 18:11:45
Politieagent slaat vrouw

door Piet Kats



maandag 16 maart 2015

Het is net als in een film, je stapt halverwege in en mist een gedeelte. Je vraagt je dan af wat er allemaal gebeurd is en hoe het zover gekomen is. Maar dat vraagt men zich niet af als ze mij zien vechten, met een vrouw…

Een surveillanceauto van ons bureau roept mij als motorrijder op ter assistentie. Ze zien een motorscooter rijden met twee personen erop, een man als bestuurder en een vrouw als passagier. Bij het nakijken van het kenteken blijkt de scooter gestolen te zijn. Als ze de bestuurder een stopteken geven gaat deze er vandoor. Omdat beiden geen helm dragen houden de collega’s afstand om ze niet in gevaar te brengen. Immers bij een achtervolging, waarbij de verdachte en de berijdster ten val zouden komen en ernstig letsel zouden oplopen wordt de politie op het matje geroepen. Als de verdachte een pad inslaat waar een paaltje de politieauto de weg versperd kan de berijdster het niet nalaten haar middelvinger op te steken aan de collega’s. Ze hebben het nakijken.

Als motorrijder ruik ik mijn kans, omdat ik geen last van paaltjes heb en de scooter met beiden graag wil hebben. Nog geen 500 meter verder krijg ik de scooter in het zicht en zet de achtervolging in. De verdachte rijdt met hoge snelheid door de woonwijk heen, dus besluit ik om er snel een eind aan te maken. Ik ga naast de scooter rijden en roep naar de bestuurder dat hij moet stoppen, anders dwing ik hem tot stoppen. Plotseling schopt de bestuurder naar me, maar bliksemsnel ontwijk ik de schop. Mijn adrenaline peil stijgt. De verdachte slaat een brandgang in en bij de eerste de beste zijingang springt de vrouw van de scooter af en rent de steeg in. De scooter rijdt door en we racen weer verder. Ik zet mijn ‘toeters en bellen’ aan en probeer van alles om de verdachte tot stoppen te dwingen. We rijden wederom de  steeg in waar de vrouw van de scooter gesprongen is en plotseling zie ik haar staan. Te laat zie ik dat zij een snoekduik doet naar mijn rechterarm. Doordat zij mijn rechterarm weet beet te pakken slaat mijn stuur naar rechts en smak ik over mijn motor heen op straat. De gestolen motorscooter verdwijnt uit het zicht. Als ik opkrabbel zie ik de vrouw aan het eind van de steeg nog net de hoek omlopen. Ik trek een sprint en zie om de hoek haar verderop rennen. Ik ben zo kwaad dat het lijkt of ik vleugels heb. Ik heb haar binnen no-time ingehaald en pak haar beet. In de verte hoor ik de sirene van mijn motor, die nog steeds aanstaat.

Al hijgend zeg ik dat ze is aangehouden. Ze wil zich losrukken, maar ik pak haar stevig om haar nek.  Dan zet ze haar tanden in mijn linkerhand en bijt zo hard als ze kan. Ondanks dat ik motorhandschoenen aan heb voel ik een vlammende pijn. Ik heb me altijd voorgenomen om NOOIT vrouwen te slaan, aarzel even, maar sla ze vervolgens met mijn overgebleven hand in het gezicht. Ze laat nog steeds niet los waarop ik nogmaals en harder in haar gezicht sla. Ze laat nog niet los en dan stomp ik haar zo hard dat ze wel los moet laten. Dan hoor ik om me heen hard roepen: “Doe normaal joh! Je slaat toch geen vrouw!” Het moment dat toekijkers halverwege de film binnenstappen. Ze blijft heftig verzet bieden, kennelijk gesteund door de bemoedigende woorden van de toekijkers, en weet me dan ook nog in het gezicht te spuwen. Dan vind ik het genoeg. Met al mijn krachten smijt ik haar op de grond, draai haar op haar buik en weet ze te boeien. De sfeer om me heen wordt grimmig. Ik roep om spoedassistente en ben blij als de eerste politieauto de straat inrijdt en de collega’s me in bescherming nemen. Als blikken kunnen doden, zou ik ter plekke dood neervallen. De collega’s nemen de verdachte over en ik loop terug naar mijn motor. Ik trek mijn motorhandschoen uit en zie de tanden tot bloedens toe in mijn handpalm staan. Aan de ene kant voel ik me beroerd dat ik me zo heb laten pakken, aan de andere kant heb ik figuurlijk mijn tanden laten zien. Maar de meningen op straat hebben ze al klaar, die politieagent heeft buiten proportioneel geweld gebruikt.

Als ik bij mijn motor kom, blijkt de sirene uit te zijn. Een oude man staat naast mijn motor en kijkt me aan.  Hij heeft diverse knopjes geprobeerd en de sirene uit weten te zetten. Ik krijg tranen in mijn ogen als hij een arm op mijn schouder legt en zegt : “Jongen, je hebt goed gehandeld. Ik heb alles gezien. Ik ben trots op je!” Hij vertelt dat de buurt verloederd is door dat soort figuren, maar dat hij helaas niet meer kan verhuizen. Als ik zijn gegevens genoteerd heb raap  ik mijn motor op en krijg hem gelukkig weer aan de praat. De kuip is gescheurd, de spiegel afgebroken en de valbeugel afgebroken maar ik kan nog rijden. Met een slakkengangetje rijd ik naar het bureau. Ik voel overal pijn.

Op het bureau kan ik amper mijn motorjas uitkrijgen en brengen collega’s me naar het ziekenhuis toe. De diagnose is een gescheurd schouderblad en bloedstolsels bij mijn ruggengraat. Ik word thuisgebracht en mag zes weken verplicht rust houden. De aangifte wordt bij me thuis opgenomen door de collega’s en de verdachte krijgt direct een snelproces. Doordat het korps tegenwoordig zaken, waarbij geweld tegen politieambtenaren (ook overige hulpverleners) wordt gebruikt, snel oppakken krijg ik een advocaat toegewezen op kosten van de politie. De verdachte krijgt ook een advocaat toegewezen, op kosten van de staat.

Bij de rechtszitting, waar ik bij aanwezig ben, hoor ik de klaagzang van de verdachte aan. Ze is hard geslagen door de politieagent en heeft nog steeds pijn. De advocaat vult aan dat de politieagent in kwestie buiten proportioneel geweld heeft gebruikt. Hij eist vrijspraak voor zijn cliënt. Even heb ik spijt, omdat ik bang ben dat het straks de omgekeerde wereld wordt. Maar mijn chef en een collega van de recherche, die met me meegegaan zijn naar de rechtszaak kijken mij aan en gebaren mij rustig te blijven. Vraag niet hoe hoog mijn hartslag was op dat moment.

Dan doet de rechter uitspraak... Ze veegt werkelijk de hele rechtszaal aan met de argumenten van de verdachte en diens advocaat. Op niet mis te verstane wijze wijst ze op het gedegen proces-verbaal, de getuigenverklaring en de foto’s van de situatie ter plaatse. Ze verwijt de verdachte belediging van de politie, expres de motoragent belemmerd te hebben en letsel te hebben toegebracht, verzet te hebben geboden bij de aanhouding en ook daarbij bijtwonden veroorzaakt te hebben. De advocaat van haar heeft geen vragen meer. Mijn schadevergoeding wordt geheel toegewezen en ze krijgt een fikse gevangenisstraf alsmede betaling van alle schade. Met een tevreden gevoel stap ik uit de rechtszaal. Het recht heeft gezegevierd.

Zes weken later stap ik weer op de motor.

Citaat

Piet Kats  
Ik vind mijn werk nog steeds uitdagend en leuk, al zijn er soms minder leuke gebeurtenissen. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.
Aanbevolen blogs v collega's (schrijvers)
http://hondengeleider.wordpress.com
www.reflectieinblauw.nl/
http://limburgsewijkagent.blogspot.nl
www.onzehulpverleners.nl
www.demensenvandeambulance.nl
En een aanbevolen boek http://beroepseer.nl/nl/publicaties/aanbevolen-boeken-ii#maarikhebhelemaal

Blog geplaatst met toestemming van Piet Kats
Samen sterk in de hulpverlening!