Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl

Auteur Topic: Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl  (gelezen 172677 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

NikonDirk

  • Leeft op een eiland.
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 4,223
    • Opvallende politievoertuigen.
Reactie #30 Gepost op: 15 oktober 2013, 19:29:06


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #31 Gepost op: 17 oktober 2013, 17:55:43
Citaat van: NikonDirk link=msg=1210188 date=1381858146
Piet heeft weer een nieuw verhaal online; http://politieverhalen.blogspot.nl/2013/10/reanimatie-op-sinterklaas.html
Dank, we hebben toestemming van Piet Kats zijn blogs integraal over te nemen op het forum:

Reanimatie op Sinterklaas
Geplaatst door Piet Kats

Het is een rustige zondagmorgen,  5 december 2010. Omdat er zieken in Rozenburg zijn moet er vanuit de noodhulp op Zuidplein iemand naar Rozenburg. Johannes, een neef van mij, heeft die dag dienst op Rozenburg en ik vind het leuk om eens een keer met hem dienst te doen. Ik bied me aan en vertrek naar Rozenburg.

Eerlijk gezegd verwacht ik dat het een erg rustige dienst gaat worden aangezien het dorp wel uitgestorven lijkt als ik er binnen kom rijden.
Op het bureau controleren we onze surveillance-auto. Dan belt Wouter van de verkeerspolitie me op, omdat hij gezien heeft dat ik ook ochtenddienst heb en hoort dat ik dienst op Rozenburg doe. Zodoende zitten we omstreeks 09:30 uur gezellig aan de koffie met koek.  We grappen, als we de kerkklokken horen luiden dat we genoeg tijd hebben om de kerkdienst bij te wonen. Tot we kort hierop geroepen worden door de meldkamer. De meldkamer meldt dat we met spoed naar de X straat moeten rijden, waar zojuist een vrouw heeft gezegd dat haar man dood in de stoel  zit. We vliegen het bureau uit en spoeden ons naar het adres. Wouter rijdt in ons kielzog mee. Op straat is het spekglad. Het heeft behoorlijk gesneeuwd en Johannes moet voorzichtig rijden om niet uit de bocht  te vliegen. Desondanks zijn we binnen 3 minuten ter plaatse.

In een stoel in de huiskamer zit een man roerloos met een paars aangelopen gezicht. Hij geeft geen enkel teken van leven meer. Gezien de krappe ruimte die we hebben verplaatsen Wouter en Johannes met enige kracht de loodzware marmeren huiskamertafel. Door de brute kracht breekt helaas de marmeren plaat dwars door midden en valt het voetstuk met een klap op de grond. Daar staan ze dan met met twee stukken in hun handen.  Ik schreeuw naar hen dat we snel door moeten gaan en ze smijten de stukken  in de hoek. Je zou haast in de lach schieten om de gezichtsuitdrukkingen van hen. Ik grijp de man onder zijn oksels en leg hem op de grond neer, waarop Johannes de AED onmiddellijk aansluit. Wouter begint met reanimeren. Het was al warm in de kamer toen we aankwamen, maar doordat de voordeur blijft openstaan springt de gaskachel in de kleine woonkamer aan op turbostand.   Het wordt om te smoren. Ik kan de knop niet vinden, dus draai ik de gaskraan uit. De TV staat ook op turbo, maar dan op decibelhoogte. Ik kan de afstandsbediening of de aan/uitknop niet vinden en trek ten einde raad de stekker uit het stopcontact.  Ook heb ik alle moeite om de vrouw in bedwang te houden. Ze is duidelijk helemaal van slag en wil over haar man heenstappen om de poes in de keuken te pakken die weggekropen is. Ik vertel haar dat ze beter in de gang kan blijven, omdat we bezig zijn met reanimeren. Ik zie aan haar gezicht dat ze in shock is, want ik praat tegen een muur. Dan dwing ik haar min of meer om op een stoel  te gaan zitten die ik in de hoek van de kamer heb neergezet.
Inmiddels zijn Johannes en Wouter druk aan het reanimeren en doet de AED  zijn werk. Deze  adviseert een schok. Dat is een goed teken. Na 5 minuten arriveren er 2 ambulances en een brandweerwagen. Gezien de krappe ruimte en het feit dat Johannes en Wouter goed in hun ritme zitten nemen de brandweercollega’s even de zorg van de vrouw op zich en daar ben ik wel blij mee. De ambulancebroeders sluiten hun apparatuur aan en maken de patiënt klaar voor transport. Omdat ik mijn handen nu vrij heb bel ik de zoon van het echtpaar op. Hij blijkt een paar straten verderop te wonen en hij is er snel. Ik  leg hem de situatie uit.

Weer in de woonkamer gekomen hoor ik dat de man hartslag heeft en dat de ambulancebroeders  met spoed willen vertrekken. De man wordt op de brancard gelegd en vertrekt met de eerste ambulance. In de kamer is het een grote puinhoop. We hebben natuurlijk een gebroken tafel, maar kennelijk stond de tafel ook vol met spulletjes, die nu overal door de kamer liggen en daarbij ligt ook het nodige afval van de ambulancebroeders. We fatsoeneren zoveel mogelijk de kamer met behulp van de zoon. De echtgenote mag haar man achterna in de tweede ambulance en samen met een brandweerman begeleiden we haar over de glibberige stoep naar de ambulance. Terloops vraagt ze nog aan mij of ik alsjeblieft een verkeerd geparkeerd staande auto  voor hun garage wil bekeuren, omdat daarmee alle ellende die ochtend is begonnen. Ze vertelt dat haar man zich hierover zo had opgewonden dat hij volgens haar hierdoor deze hartstilstand heeft gekregen. Hij had de eigenaar van deze auto  aangesproken, maar deze was al schouderophalend zijn huis binnen gelopen en had zijn auto gewoon laten staan. Ik zeg haar toe een bekeuring uit te schrijven en wens haar sterkte waarop ze vertrekt met de ambulance. Nadat ook de brandweerwagen vertrokken is, loop ik naar de auto toe en schrijf een bekeuring uit. De eigenaar heeft kennelijk al het spektakel gevolgd en ziet mij bij zijn auto staan. Hij komt naar buiten en vraagt me wat er allemaal aan de hand is. Ik vertel hem dat mogelijk alles begonnen is door zijn fout geparkeerde auto en dat hij een bekeuring krijgt voor het blokkeren van een uitrit. Kennelijk schaamt hij zich want zonder enig commentaar pakt hij de bekeuring aan en verplaatst alsnog zijn auto. Ik noteer de gegevens van de zoon en beloof met hem contact te houden over de toestand van zijn vader. Na enige keren contact te hebben gehad met de zoon horen we tot onze vreugde dat zijn vader geheel opknapt en na enige weken weer naar huis mag. Wat een Sinterklaascadeau!

Op 28 februari 2011, 12 weken later, gaan we (wijkteamchef Jan , Johannes en ik) op bezoek bij de man en zijn vrouw. Wouter is helaas verhinderd door vakantie. Het wordt een leuk weerzien. We herkennen de man niet meer, zo paars van kleur toen we hem indertijd aantroffen, zo blakend van gezondheid zien we hem nu weer. We worden getrakteerd op koffie en gebak. Hij vertelt hoe hij alles ervaren had en ons ontzettend dankbaar is. Ook zijn vrouw doet haar verhaal, waarbij het verhaal van de gebroken tafel natuurlijk niet ontbreekt. We hebben gelachen en zijn bedolven onder de complimenten. De holle marmeren tafelvoet zal in de toekomst buiten dienen als bloembak en een paar stukken marmer van de tafel staan als herinnering op de schoorsteen in een glazen fles. Ook de zoon komt nog even langs om ons te bedanken.

Dit zijn toch de gebeurtenissen die het politievak zo mooi maken.

Zie artikel : http://www.rotterdam.nl/tekst:demanheeftweereenhartslag
Samen sterk in de hulpverlening!


NikonDirk

  • Leeft op een eiland.
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 4,223
    • Opvallende politievoertuigen.
Reactie #32 Gepost op: 18 oktober 2013, 20:28:23


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #33 Gepost op: 19 oktober 2013, 14:00:02
Blog: Back-up van voetbalsupporters

17 oktober 2013 - Een woensdagavond belde de chef van dienst: er was een bijeenkomst van Rita Verdonk en of ik met spoed in dienst kon komen met mijn maatje.
Een aantal zeer fanatieke voetbalsupporters was het niet eens met deze bijeenkomst. Ze vonden die (en de personen daarbij) niet in Leeuwarden thuishoren en wilden het "feestje" op zijn zachtst gezegd verstoren.

De groep supporters was onderweg naar het evenement maar werd tegengehouden door een linie van collega's uit de basispolitiezorg en twee hondengeleiders. De chef van dienst, die in eerste instantie achter deze linie stond, sprak de supporters toe. Hij maakte ze duidelijk dat ze niet welkom waren op het "feestje". Met andere woorden: ze moesten gewoon vertrekken. In eerste instantie leek het inderdaad of ze aan het verzoek zouden voldoen. Ik kende de groep supporters echter langer dan vandaag en wist dat ze mogelijk via een omtrekkende beweging zouden proberen om toch bij de bijeenkomst te komen. Ik reed vervolgens snel om en inderdaad, wat ik al dacht, liep de groep via een andere route.
Wat ze echter niet hadden gezien, was dat ik inmiddels mijn diensthond uit de auto had gehaald en om de hoek stond te wachten. Toen de groep daar bijna was, vond ik het wel tijd om me te laten zien, waarna ik ze lichtelijk duidelijk maakte dat ze moesten vertrekken en richting de groep van zo'n 50 man rende. Ze wisten niet hoe snel ze moesten omkeren en na een "charge" van zo'n honderd meter vond ik het mooi geweest. Het doel was bereikt: de groep was ervan overtuigd niet bij bij de bijeenkomst te kunnen komen en vertrok massaal.

De volgende nacht werd ik in de horeca direct aangesproken door een aantal supporters: 'Hey Hugo, als je een volgende keer weer met je hond achter ons aanzit, doe dan eens wat rustiger man, ik was helemaal kapot.'
Die donderdagnacht bleef het rustig tót er een persoon uit een café werd gezet. Die was het hier niet mee eens en gooide direct een ruit van de kroeg in. Het was mijn bedoeling de man gecontroleerd aan te houden, maar daar was de verdachte het niet mee eens. Hij verzette zich letterlijk en figuurlijk tegen zijn aanhouding en we belandden beiden op de grond in de steeg naast de kroeg. Ik had inmiddels een zogenaamde nekklem aangebracht en de verdachte kon geen kant meer op. Mijn verbindingsmiddelen bungelden aan mijn lichaam en de verdachte was nog niet geboeid.

Maar dat was niet mijn enige probleem, het "opstootje" trok veel uitgaangspubliek en ik zag vanuit mijn ooghoeken nogal veel benen staan. Dus herpositioneerde ik me op de grond en zorgde ervoor dat ik, als het nodig was, met mijn benen kon afweren voor het geval dat.. Na ongeveer een halve minuut zag ik de benen verdwijnen. Ik lag nog op de grond met de verdachte in de nekklem en had de meldkamer inmiddels via de portofoon gevraagd om een auto erbij. Ik zag vanuit mijn ooghoeken dat er een linie was gevormd op de hoek van het eind van de steeg met de doorgaande weg van het horecagebied. Ik zag spijkerbroeken en sportschoenen en keek best raar op. Waren dit collega's in vrije tijd die op stap waren, het voorval hadden gezien en mij afschermden?

Wat bleek, het was een deel van de groep voetbalsupporters waar ik de avond daarvoor een charge op had gedaan. Eén van hen kwam bij me, tikte mij op de schouder en vroeg: 'Moet ik hem voor je boeien Hugo?' Ik heb mijn handboeien afgegeven en de verdachte werd keurig voorzien van de transportboeien. Kort daarna arriveerden de collega's, werd de linie geopend en namen collega's mijn verdachte over. Ik heb de voetbalsupporters allemaal bedankt voor hun hulp bij het afschermen van mij en de verdachte.

Hun reactie was: 'Wij kennen jou al een hele tijd, je bent direct en eerlijk naar ons en we weten precies hoever we kunnen gaan. En als jij je diensthond uit de auto hebt gehaald, weten we zelf al dat we te ver zijn gegaan en moeten we zorgen dat we harder rennen dan jou met je maatje. Wordt er dan wel een van ons gebeten, dan is dat een domme sukkel en had hij harder moeten rennen.' Zo zit je de ene avond achter een groep zeer fanatieke voetbalsupporters aan, een andere keer schermen ze jou af..

Over de blogger

Citaat

Hugo Roossink met diensthond Barry
(foto: politie.nl)

Hugo Roossink is 44 jaar en Blogger Hugo Roossink werkt als brigadier in Noord-Nederland, district Fryslan. Al 22 jaar in 't blauw en sinds 2001 surveillancehondengeleider, commandant Mobiele Eenheid (ME) hondenbrigade en informatiemanager en coördinator bij de Veiligheidsregio Fryslan.
Hugo: 'In de jaren dat ik dienst draai, heb ik genoeg meegemaakt. Omdat je in een tweet maar 140 leestekens kwijt kunt en ik toch inzichtelijk wil maken dat ons werk zoveel meer is dan alleen bonnen schrijven, schrijf ik vanaf september dit jaar blogs. Dus de verhalen van de straat.'
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #34 Gepost op: 22 oktober 2013, 21:36:36
Mannen in leren broeken
Geplaatst door Piet Kats

dinsdag 22 oktober 2013 - In bijzondere situaties hebben politiemensen de bevoegdheid om een vervoermiddel te vorderen van een burger. Dat kan een fiets, maar ook een auto zijn, uiteraard wel in het redelijke en geen vliegtuig bijvoorbeeld. Hierbij gaat het totaal niet om de macht, die we dan hebben om zoiets te doen,  even te tonen maar om de burgers te beschermen vanwege een incident waarbij direct opgetreden moet worden en wel zo snel mogelijk.

Het was een snikhete zomerdag toen we met vier motoren van de Verkeerspolitie een Aso-controle moesten gaan doen in een naburige gemeente. Aso is een afkorting van Aanpak Scooter Overlast, wat kortweg neerkomt op scooters van de weg plukken en naar de testbank brengen om te kijken of ze opgevoerd zijn. Het gaat dan met name om de aanpak van de ‘veelplegers’, ofwel de bestrijding van de hardnekkigen in de samenleving die de gewone burger het leven zuur maakt.

Ik verwachtte eigenlijk een beetje een saaie dienst in de doorgaans rustige gemeente B, maar dat pakte toch even anders uit. We hadden kort onze motoren geparkeerd op de binnenplaats van het bureau, onze harnassen uitgetrokken en het bureau binnengewandeld toen er een melding van een schietpartij aan de X straat in die gemeente kwam. Ik was kennelijk de enige die op dat moment de melding hoorde, want niemand van de aanwezige collega’s reageerde terwijl we daar toch met zo’n tien collega’s waren. Ik hoorde de meldkamer nogmaals om een wagen in gemeente B vragen voor de melding schietpartij X straat en herhaalde zelf de melding luidkeels dat er iemand was neergeschoten in de X straat. Het leek wel of er een bom ontplofte. Collega’s vlogen uit hun stoel en grepen naar sleutels, kogelwerende vesten enz. Ik vroeg aan Mark, een collega van het bureau waar de  X straat lag. Hij riep dat dit schuin tegenover het bureau moest zijn. Niet de moeite om ons eerst aan te kleden en de motor te pakken dus! Ik bedacht me geen moment en rende samen met mijn collega-motordiender Richard aan de voorkant het bureau uit.

We renden richting de rotonde van de C weg, want daar moest het ergens zijn. Het bleek echter geen klein stukje te zijn maar een goeie kilometer. En dat met rond de 30 graden in een leren motorbroek en laarzen. Wel in ons T-shirtje dan met steek/kogelwerend vest eronder. Na 400 meter verder hingen onze tongen eruit. Ik zag een vrouw op een fiets ons tegemoet komen en schreeuwde, toen ze dichtbij mij was, dat ik van de politie was en dat ze haar fiets aan mij moest geven. De vrouw gaf een gil en sprong van haar fiets af. Eerlijk gezegd zagen we er eerder uit als bankovervallers met een blauw T-shirt en zwarte leren broeken met zwarte laarzen. Ik greep de fiets van de vrouw, draaide deze 180 graden en sprong erop. Richard was verder gerend, maar deze haalde ik al snel in. Ik snauwde naar hem dat hij achterop moest springen. Richard, al gauw met al zijn spullen aan zeker goed voor 100 kilo, was een zware kluif  voor de fiets. Deze kreunde onder de belasting van 190 kilo aan motordiender, de achterband was haast plat. Maar we kwamen wel vooruit, al leek het of ik een etappe van de Tour de France met een stevige berghelling aan het nemen was. Ik weet nog goed dat ik een wandelend ouder echtpaar naderde en schreeuwde naar hen waar de X straat was. Ze gaven echter totaal geen antwoord en bekeken ons met grote ogen en open mond. Ze zeiden niets, totaal niets, dus fietste ik verder in de richting waar ik dacht dat de straat kon zijn. Ik hoorde sirenes achter mijn rug en er kwam ons een politiebusje met zwaailicht en sirene voorbij. Ik was hier blij mee, want dat gaf me moed om verder te fietsen omdat we in de goede richting reden. Ik zag dat het politiebusje de eerstvolgende straat aan de rechterkant insloeg en hoorde dat de sirene werd uitgezet. Dat was voor mij het sein dat dit de X straat moest zijn. Ik stak de weg over, zag het bordje X straat staan en schreeuwde naar Richard, die nog steeds achterop zat, dat we ter plaatse waren. Ik stond echter nog niet stil, toen Richard kennelijk op een onhandige manier van de fiets afsprong. Ik hoorde een doffe klap en zag dat Richard plat voorover gevallen was. Ik hoorde hem op niet mis te verstane wijze enige woorden van het alfabet in de omgekeerde volgorde opzeggen. Maar hij krabbelde al weer overeind en volgde mij. Ik sprong van de fiets af en moet eerlijk gezegd bekennen dat ik deze niet op de standaard parkeerde. De fiets “parkeerde” zichzelf een stuk verderop.

We zagen dat de twee collega’s van de politiebus beiden een man onder schot hielden. Verder zagen we dat in de nabijheid een pistool op de grond lag en een stuk verder een manspersoon bewegingsloos op zijn rug op de grond lag. Verder stond er een vrouw bij deze manspersoon te gillen om hulp. We vermoedden dat dit het slachtoffer was dat was neergeschoten door de man die door de collega’s onder schot werd gehouden, maar in dit soort situaties weet je dat nooit en kan er sprake zijn van meerdere daders. Om zelf niet slachtoffer te worden gaven wij de collega’s rugdekking, zodat ze de man konden boeien, welke ze onder schot hielden. Toen de kust veilig was, snelden wij naar het slachtoffer toe.

Inmiddels klonken er vele sirenes en stroomden vele hulpverleningsvoertuigen toe. Ook in het luchtruim boven ons klonk het geluid van de gele wentelwiek, de traumaheli door ons  “Tweety” genoemd. Deze was ook voor deze melding ingezet en kwam ter plaatse.

Wij startten de reanimatie van het slachtoffer wat even later werd overgenomen door de GGD en de brandweer. Wij trokken ons terug om op adem te komen en besloten om terug te wandelen naar het bureau, helemaal de fiets vergetend. We ontmoetten op onze terugweg het eerder genoemde oudere echtpaar. Ze vertelden dat ze zojuist met verbazing hadden gekeken naar ons in leren broeken en laarzen aan op een fiets. Het leek wel of de duivel ons op de hielen zat. Ze verklaarden geschrokken te zijn door de manier waarop ik hen aansprak, met felle grote ogen. Ze dachten eigenlijk dat we een soort overvallers waren en waren te geschrokken en beduusd om wat te zeggen. Een moment later begrepen ze pas dat we politieagenten waren. Maar wat moesten ze dan in leren kleding op een fiets ? ?? Pas toen er vele hulpdiensten voorbij kwamen die in dezelfde richting reden viel het kwartje en beseften ze dat deze mannen inderdaad politieagenten waren die op een wel heel vreemde manier op weg waren naar een ernstig incident. Ik vertelde ze wat er gebeurd was van het rennen, het kapen van de fiets enz. Het oudere echtpaar lachtte om de mooie vertoning en bood excuus aan voor hun gedrag. Tegelijkertijd verontschuldigden ze zich weer, omdat ze stonden te lachen terwijl een stukje verder iemand was overleden.

Een stuk verder ontmoetten we een vrouw, die aan mij vroeg waar haar fiets was. Ze klonk een beetje boos en verontwaardigd en werd nog bozer toen ze hoorde dat haar fiets nog op de plaats van het incident lag. Door alle consternatie waren we de fiets vergeten. Ik bood mijn excuses aan en heb echt alle zeilen bij moeten zetten om haar te overtuigen dat ik de fiets gevorderd had om zo snel mogelijk naar het incident te gaan. Voorts vertelde ik haar dat er helaas een slachtoffer was overleden, maar kennelijk kon ze dat niets schelen. Ze moest en zou haar fiets direct terughebben want ik had ze beroofd van tijd. En daarbij zou ze een klacht indienen als ik haar fiets had beschadigd. Ik heb maar niet gezegd hoe ik haar fiets geparkeerd had en hoopte maar dat hij niet teveel beschadigd zou zijn tijdens de val. Na even contact gelegd te hebben met een collega werd de fiets terug gebracht. Er was gelukkig geen schade aan de fiets te zien. Mevrouw griste de fiets uit mijn handen en vertrok zonder een woord te zeggen. Toen we terugliepen hebben Richard en ik het nodige gelachen om onze stunten.

Helaas was er wel een slachtoffer te betreuren.
Samen sterk in de hulpverlening!


piet60

  • vkr-pop
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 628
Reactie #35 Gepost op: 25 oktober 2013, 00:40:26
Citaat van: Piet Kats link=msg=1205364 date=1380470542
Had nog nooit van jullie forum gehoord. Heb de reacties gelezen nav mijn geplaatste blogs. Ik heb de afgelopen 2 jaar verhalen geschreven en had me voorgenomen na mijn 100e verhaal iets te doen. Dacht een paar verhalen te plaatsen met een boodschap aan de burgers. Dat heb ik geweten. Ik heb ontzettend veel positieve reacties gehad en dat doet me goed. Ik heb het geschreven voor alle hulpverleners. Dat zijn de mensen die hun nek, soms tegen wil en dank, uitsteken voor de medemens. Maar ook geschreven voor de burgers om eens te laten zien onder wat voor omstandigheden we soms ons werk moeten doen. Als politieman wordt ik er nog voor betaald, maar wat te bedenken de vele vrijwilligers. Als jullie me zouden kennen, zou je weten dat ik het absoluut niet voor mezelf gedaan heb. Ik had nooit kunnen weten dat mijn blog zo'n hype zou worden. Ik ben er trots op ! Trots op mijn vak en trots op DE hulpverleners !! Groetjes Piet Kats Politie Rotterdam
Prachtig initiatief en geweldige verhalen, ik lees ze alsof ik naar een live politie-serie kijk. Het is boeiend zo eens uit de eerste hand te lezen wat jullie meemaken.


thetwin84

  • EHBO,AED-bediener/evenementen vkr/hobby fotografie
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,152
  • Dag niet gelachen is een dag niet geleefd.
    • EHBO-Hedrin
Reactie #36 Gepost op: 25 oktober 2013, 19:10:31
Citaat van: piet60 link=msg=1213417 date=1382654426
Prachtig initiatief en geweldige verhalen, ik lees ze alsof ik naar een live politie-serie kijk. Het is boeiend zo eens uit de eerste hand te lezen wat jullie meemaken.

absoluut mee eens!
[URL=http://www.t-tools.nl/CCount/click.php?id=


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #37 Gepost op: 2 november 2013, 01:16:56
Blog: De bedroefde bijstandsmoeder

24 oktober 2013 - Toen het belletje bij de balie van het politiebureau ging, trok ik mijn stropdas recht, opende de deur en liep naar een vrouw die aan de balie stond. Aan haar gelaatsuitdrukking zag ik dat het niet al te best met haar ging.
Ik vroeg haar of ik haar ergens mee kon helpen. Direct begon ze een verhaal af te steken over de vernieling aan de auto die ze van vrienden had gekregen, de huisbaas die haar uit huis wilde treiteren, haar ex-man die geregeld langskwam en haar sloeg en de kinderen, waar het niet goed mee ging..

Ik greep even in. Dit ging mij te snel. Ik verzocht haar om in het aangiftekamertje plaats te nemen, waar wij het geheel rustig konden bespreken. De vrouw stapte het kamertje binnen, een kindje van ongeveer zes jaar op haar schoot. Een ander kind, dat in een oude kinderwagen zat, parkeerde ze naast haar. Omdat ik zag dat het met deze vrouw echt niet lekker ging en haar verhaal enige tijd in beslag kon nemen, bood ik haar een bekertje koffie aan. Iets waar ze heel blij om leek. Met koffie terug, keek het manneke van zes jaar mij aan met grote donkere ogen en leek geheel niet onder de indruk van mijn politie-uniform. Iets zei mij dat dit ventje, vaker dan goed voor hem was, politie had gezien.

Ik verzocht mevrouw haar verhaal te doen. Ze vertelde dat toen haar tweede kind geboren werd er iets mee aan de hand bleek te zijn. Het manneke was inmiddels ouder en als het in zijn hele leventje drie woordjes had gezegd, was het veel geweest. Haar man kon de spanningen en de doktersrekeningen niet meer aan, gaf haar de schuld van de afwijking van het kind, vond het nodig haar de vernieling in te slaan en was op een kwade dag weggelopen. Haar met twee jonge kinderen aan het lot overlatend. Af en toe kwam de man, van wie zij inmiddels na een berg ellende gescheiden was, nog eens aan om om zijn kinderen te zien waarbij zij steevast tegen zijn twee vuisten aanliep. Regelmatig werd de hulp van de politie ingeroepen, die meneer weghaalde. Dáárom was het manneke niet meer onder de indruk van mijn uniform..

Doordat manlief in alles tegenwerkte, had zij een bijstandsuitkering moeten aanvragen wat, volgens haar, ook al niet vlekkeloos was gegaan. Ze vertelde dat haar huisbaas geruime tijd bezig was om haar uit haar huis te treiteren. Volgens haar omdat zijn eigen kinderen zelf dringend woonruimte nodig hadden. Een huurovereenkomst of iets dergelijks was er niet.

Omdat zij met haar jongste kindje regelmatig naar een huisarts of specialist moest, hadden vrienden geld ingezameld en een oude Opel gekocht. Door alleen met de auto te rijden als dat strikt noodzakelijk was en geld opzij te leggen, lukte het haar de eindjes aan elkaar te knopen. Nu was de auto met een scherp voorwerp op meerdere plaatsen beschadigd. Toen ik bij de auto kwam, zag ik inderdaad dat er met een schroevendraaier of iets dergelijks lange diepe halen over de auto waren aangebracht. En bewijs dan maar eens dat haar huisbaas dit gedaan zou hebben. De onderlinge verhoudingen zouden er zeker niet beter op worden. Nee, hier moest een oplossing in andere vorm voor komen.

Ik vertelde haar dat een aangifte niet zoveel zou helpen. Zou de huisbaas daadwerkelijk bekennen, dan kreeg hij een geldboete, maar daar was het probleem niet mee opgelost. Ik opperde de mogelijkheid naar andere woonruimte uit te zien. Daar had zijzelf ook al aan gedacht, maar hoe doe je dat dan..

Een aangifte zou daar bij kunnen helpen. Ik zou een aangifte voor haar opmaken, waarmee zij naar een woningstichting zou gaan om andere woonruimte aan te vragen, waarbij de aangifte een pré zou kunnen zijn. Tevens zou ik aan de wijkagent vragen of hij nog iets voor haar kon betekenen. Voor het eerst zag ik een glimlach op het getekende gezicht van de vrouw.

Ik toetste de gegevens in die ik nodig had voor de aangifte en bij haar persoonlijke gegevens gekomen, toetste ik haar geboortedatum in. Deze datum kwam mij bekend voor. ’Lief mens’, zei ik, ‘je bent vandaag jarig!’ De glimlach verdween en maakte nu plaats voor een uitdrukking waar ellende en narigheid vanaf te lezen was. ‘Ja’, zei ze, ‘ik ben jarig, maar dat weet ik al een aantal jaar niet meer!’Ze bleek pas 38 jaar geworden te zijn maar haar gezicht toonde ouder. Dit mens had echt alleen maar ellende gekend. Een kind dat niet praat, een ex-man die je bij tijd en wijlen de vernieling inslaat, een huisbaas die zijn huis terug wil, je auto die wordt verziekstraalt en overal alleen voorstaan. Waarom toch?

Toen de aangifte was afgerond en ik haar nog een paar foldertjes meegaf, stonden we op. Ze bedankte mij voor mijn tijd, het begrip en ook nog voor de koffie waarbij ze mijn hand lang bleef vasthouden. Ik wenste haar heel veel sterkte en toen ik de deur voor haar openhield, keek het oudste kind mij met zijn donkere ogen nog eens aan. Ik zag haar de deur van het bureau uitlopen, een aangifte in de ene hand en haar oudste kind op de andere arm. Onhandig stuurde ze de versleten kinderwagen het bureau uit om terug te gaan naar haar gehavende Opeltje. Lief mens, ik hoop dat het allemaal goedkomt..

Over de blogger

Citaat

André Besems
(foto: politie.nl)

André Besems (53) werkt als brigadier/wijkagent in Barendrecht, eenheid Rotterdam. 25 jaar in de noodhulp, vier jaar bij de recherche en nu al enkele jaren als wijkagent met een sociale insteek.
'Op mijn eerste verhaal kwamen zulke leuke reacties dat ik besloot verder te gaan met schrijven. Daarna zijn mijn verhalen in boekvorm uitgegeven. Mijn doel is de lezer midden in het verhaal te laten staan en te laten zien dat politiewerk veel meer is dan het uitschrijven van een bekeuring.'
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #38 Gepost op: 9 november 2013, 02:21:46
Blog: Even terug in de tijd

Gisteravond werd ik even teruggezet in de tijd. Onverwacht werd ik geconfronteerd met de beelden van Naomi Verheul. De jonge vrouw die één van de slachtoffers werd van een schietincident in een kroeg in Rotterdam.

In deze kroeg was een verjaardagsfeestje van de eigenaar gaande dat verstoord werd door drie mannen met wapens. Zij hadden nog geld tegoed van de eigenaar en kwamen verhaal halen. De eigenaar zelf en twee bezoekers, waaronder Naomi, kwamen om.

Bij het zien van de vooraankondiging van het programma Het drama van… en de foto van Naomi zat er direct een brok in mijn keel. Het maakte me onrustig en verdrietig. Als politieman was ik, samen met veel collega’s, direct betrokken bij deze zaak.

Ik kwam samen met mijn ploeg in de ochtenddienst. Met een collega hadden we ons voorgenomen om er een rustige dienst van te maken. Ondersteuning van de surveillancedienst en geen gekkigheid. Aan het eind van de dag bleek niets minder waar. Het werd een dag die ik nooit zal vergeten.
Voor de dienst goed en wel begonnen was, werden mijn collega en ik naar het hoofdbureau gestuurd om te ondersteunen bij de opvang en verhoor van getuigen van een schietincident in Rotterdam. Niet precies wetend wat we aan zouden treffen, gingen we naar het hoofdbureau. De omvang van de 'schietpartij' was nog niet geheel duidelijk maar geleidelijk kwamen steeds meer flarden van de omvang bij ons binnen. In het hoofdbureau werd ons gevraagd om ons te ontfermen over een getuige. En de eerste aanblik van deze getuige vergeet ik nooit meer: een man geheel onder het bloed. Zijn kleding, handen, alles!

Kort hierna werd me gevraagd naar het ziekenhuis te gaan voor de opvang van slachtoffers, eventuele getuigen en familieleden. Ik kon collega’s aflossen die daar waren, zodat zij hun papierwerk konden doen. Toen zij het ziekenhuis hadden verlaten, was ik alleen en werd ik geconfronteerd met getuigen en slachtoffers van het schietincident.
In de familiekamer van het ziekenhuis werd de ernst van het incident mij pas echt duidelijk. In de ruimte zat een aantal mensen. Ik weet niet meer precies wie, want mijn geheugen laat me een beetje in de steek en misschien heb ik het wel geblokkeerd. Ik weet wel dat ik hier voor het eerst de vriend van Naomi tegenkwam. Hij zat helemaal onder het bloed. Wat mij tot op de dag van vandaag bijblijft, is het zacht wrijven over zijn handen. Een soort van strelen. Van (onder meer) hem hoorde ik de gruwelijke details van hetgeen was gebeurd, hij had gezien en had meegemaakt. Details de ik iedereen zal en wil besparen. Ik probeerde er voor alle mensen in de familiekamer te zijn. Even een luisterend oor.

Daarnaast fungeerde ik als vraagbaak voor verpleegkundigen, familie, politiemensen, leidinggevenden en rechercheurs. Een manusje van alles. Geen tijd om na te denken, geen tijd om de verhalen tot me te laten doordringen. In het ziekenhuis, in het politiebureau en op de plaats van het incident doe je je werk en vind je het allemaal normaal. Je hebt geen tijd om na te denken. Later besefte ik me dat collega’s, andere hulpverleners en slachtoffers gruwelijke dingen moeten hebben gezien. Ook mijn latere ploeggenoten.

Na de dienst ga je naar huis en probeer je de draad op te pakken. Eten te maken en even te ontspannen. En dan dringt heel langzaam het besef door van wat je hebt gezien, gehoord en geroken. Dan komt de tijd dat je naar bed gaat. De beelden van wat ik die dag had gezien en gehoord bleven voorbij trekken. Is dat vreemd? Nee dat niet! Na een uur woelen, ben ik opgestaan en heb de televisie aangezet. Het eerste beeld waar ik mee werd geconfronteerd werd, was de foto van Naomi. Naomi bij het zomercarnaval! Vanaf toen had zij voor mij een gezicht. Op datzelfde moment ging mijn telefoon en hoorde ik mijn collega met wie ik die ochtend van het bureau was vertrokken. Ook zij zat te kijken en kon niet slapen. Nadat we even met elkaar hadden gesproken en onze emoties hadden gedeeld, ben ik gaan slapen. 'Dank je Annelice. Dank dat je er was en nog steeds bent!' Of zoals ze gisteravond nog naar me schreef  'Samen konden (kunnen) we alles aan lieve Tuur!'
Later kreeg ik ook een berichtje via twitter van een brandweerman die destijds ook ter plaatse was. Binnenkort ga ik een bak koffie bij hem doen.

Ik keek naar de uitzending van Het drama van…, niet wetend wat het me zou brengen, welke emoties het los zou maken en of ik het zou kunnen afkijken. De uitzending maakte veel los en bracht herinneringen boven. Ik was ook benieuwd hoe de familie en vrienden er mee om waren gegaan. Na het ziekenhuis heb ik namelijk nooit meer contact gehad en soms blijf je achter met vragen. Het is mooi en goed om te zien hoe Tosca, de moeder van Naomi, is omgegaan met het verlies van haar dochter. Een krachtig mens die erg mooie en dierbare woorden sprak.

Er zijn beelden die nooit zullen verdwijnen en ook deze gebeurtenis zal altijd in mijn herinnering blijven. Ik zal soms nog wel een beetje onrustig zijn, maar ik weet dat ik het weer af kan sluiten. En ook dit laatje weer zachtjes dicht kan doen.

Over de blogger

Citaat

Arthur van der Vlies
(foto: politie.nl)

Arthur van der Vlies (46) is voormalig politieman met 21 jaar ervaring. Hij werkte bij de surveillancedienst, bereden brigade en was buurtagent en lid van het bedrijfsopvangteam. Nu geeft hij lezingen en advies over de impact van het politiewerk en schrijft voor www.reflectieinblauw.nl. Verder geeft hij advies aan leidinggevenden binnen de politie en is hij gesprekspartner voor diverse politie-eenheden.
Arthur: ‘Ik schrijf blogs en verhalen omdat ik aan burgers en collega’s wil laten zien dat politiemensen in hun werk veel dingen meemaken. Veel leuke dingen maar ze komen ook regelmatig voor dilemma’s te staan. Dilemma’s waar velen niet of nooit over na hoeven te denken. Mijn motto is: politiewerk blijft mensenwerk.’
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #39 Gepost op: 9 november 2013, 02:21:56
Blog: Rico heeft geen oma

7 november 2013 - Aangrijpende gebeurtenissen met de dood als hoofdrolspeler zijn een treurig en terugkerend onderdeel van het politiewerk. De rol van brenger van slecht nieuws is er een die nooit went.

Deze bekentenis speelt zich af op een gewone woensdagmiddag. Mijn maat en ik surveilleren al een tijdje door de wijk wanneer we van een afstand worden gewenkt door een jongen. Het is Rico, de oudste uit een vluchtelingengezin. Ik ken hem van de hanggroep in mijn wijk. Rico is zestien en thuis gaat het niet goed. De band met zijn moeder is slecht. Zij heeft nog meer kinderen. Aandacht waar hij naar hunkert, gaat naar haar kleintjes. Zijn vader kent hij niet en zijn moeder is maar zestien jaar ouder dan hij. Met haar vriend kan hij niet opschieten.

Wat me gelijk opvalt, is dat Rico bleek ziet. Ik probeer zijn gezichtsuitdrukking te lezen. Zo heb ik hem nog nooit gezien. In zijn ogen lees ik een combinatie van verdriet, angst en paniek. Als ik contact maak en zijn hand schud, gooit hij zijn rugzak neer en slaat hijgend zijn handen voor zijn ogen. Vechtend tegen de tranen vertelt hij me dat zijn oma niet opendoet.

Vraagtekens schieten door mijn hoofd. ’Heeft hij een oma?’ Met versnelde pas brengt hij ons naar een woning om de hoek. Ik vraag ondertussen door naar zijn oma en hij vertelt dat hij voor een oude vrouw zorgt die hij oma mag noemen. Ze is vorige maand tachtig geworden en komt uit het geboorteland van zijn moeder. Hij kent haar via de kerk en al drie jaar helpt hij haar met boodschappen, medicijnen en het huishouden. Dit slechts in ruil voor haar verhalen, wijsheid en een knuffel. In zijn verhaal hoor ik de liefde en aandacht die hij van zijn moeder mist.

Aangekomen bij het huis van oma, steekt Rico een sleutel in het slot. Die draait niet omdat er aan de binnenkant al een sleutel zit. Lichtelijk in paniek zegt hij dat hij al twintig minuten bezig is met kloppen en roepen. Ook op ons roepen en kloppen volgt geen reactie. Met mijn oor aan de deur hoor ik binnen stemmen. Het is de tv.
Nu begin ik me ook zorgen te maken. Deze vrouw kan in levensgevaar verkeren. Het is tijd voor andere maatregelen en snelheid is geboden.

Via de portofoon vraag ik de meldkamer om een ambulance, terwijl mijn maat met een paar tevergeefse schoppen de deur probeert open te krijgen. Zoeken naar een andere ingang dan maar. De achteringang van de woning op de eerste verdieping is de enige mogelijkheid. Dat wordt klimmen.

Met een sprint ren ik naar de achterkant. Over een hek, door een verwilderde tuin en via een balkon bereik ik de achterdeur van Rico zijn oma. Door het raam zie ik haar zitten. Ze zit in haar nachtkleding op de bank voor de tv. Voor haar op tafel staat een beschuitje hagelslag met één hap eruit. Haar hoofd hangt naar rechts en haar mond staat een beetje open. Ik haal mijn hand open terwijl ik met haast de balkondeur open hengel en stap naar binnen.
Met de luide kreet 'Politie!' probeer ik contact te krijgen. Geen reactie. Voordat ik naar haar toe loop, kijk ik rond of er sprake kan zijn van een plaats delict. Als ik haar nader, zie ik niets wat daar op wijst. Ik raak haar aan. Haar huid voelt koud. Haar arm en vingers zijn stijf. Met mijn vingers zoek ik naar een polsslag. Niks. Ze is dood. Ik meld de situatie aan de meldkamer en verzoek de chef van dienst ter plaatse.

Dan komt dat moment dat ik besef dat ik Rico het slechte nieuws moet gaan brengen. Ik voel mijn mond droog worden en mijn hartslag in mijn keel kloppen. Na een diepe zucht loop ik naar de voordeur. Zodra die open is, zou ik degene zijn die een nachtmerrie waarheid zou maken.
Het omdraaien van de sleutel klinkt extra luid in mijn oren. De deurklink kraakt. Alles lijkt in slowmotion te gaan als ik de deur open. Ik sta oog in oog met Rico. Ik denk dat mijn gezicht boekdelen spreekt, want zodra hij mij ziet, zie ik de tranen in zijn ogen springen. ‘Het spijt me Rico, ze is overleden,’ hoor ik mezelf zeggen. Dan stort hij in. Huilend valt hij voor me op zijn knieen. Als ik bij hem hurk en mijn hand troostend op zijn rug leg, hoor ik hem snikken: Ze is de enige die ik heb.

Over de blogger

Citaat

Kevin van Bree
(foto: politie.nl)

Kevin van Bree is 35 jaar en werkt als brigadier bij de politie in Delfshaven. Hij vervulde de afgelopen veertien jaar diverse blauwe functies binnen de eenheid Rotterdam.
Kevin: 'Ik ben al een paar jaar ambassadeur voor de politie en vertel mijn verhalen om te laten beleven dat het werk meer is dan wat zichtbaar is. Daar gebruik ik nu sociale media voor zoals Twitter en Facebook. Een aantal van mijn belevenissen heb ik opgeschreven; dat zijn mijn blogs.'
Samen sterk in de hulpverlening!