Iedere verpleegkundige is functioneel zelfstandig. Tussenkomst van een arts op korte termijn hoeft niet geregeld te zijn omdat van de verpleegkundige verwacht mag worden dat hij de risico's kent en herkent, en daarop kan inspelen.
Dit geldt dus voor ambulanceverpleegkundigen, maar ook voor afdelingsverpleegkundigen. Alleen ambulanceverpleegkundigen mogen meer voorbehouden handelingen uitvoeren, maar het protocol vervangt (lees: is) dan nog steeds de indicatie van de arts.
De indicatie door de arts is een juridische term die niet geheel adequaat is. De ambu vpk terpllaatse stelt vast welke protocollen er geindiceerd zijn, het LPA7 geeft richtlijnen en kan gezien worden als de diagnose op afstand van de verantwoordelijke medisch manager ambulancezorg (MMA) maar de AVP in kwestie is juridisch de persoon die de werkdiagnose stelt, de zorg uitvoert en dus hoofdelijk aansprakelijk is.
De Ambu VPK stelt zelfstandig de indicaties voor de te hanteren protcollen vast m.b.v de waargenomen symptomen en de werkdiagnose.
Protocollen ondervangen maar voor een deel het totaal aan beslissingen die er gemaakt worden.
De protocollen zijn voornamelijk gestoeld op symptoombestrijding en preventie. Voldoende deskundigheid is vereist om goed af te kunnen wegen welke protocollen er in welke volgorde gehanteerd moeten worden bij de zorg voor de specifiek patient. Dat is het cruciale verschil tussen het protocollensysteem uit de USA en die in Nederland. In Nederland bepaalt de ambu vpk zelf welke procotollen relevant/geindiceerd zijn afhankelijk van de ABCDE-methode en de uitkomsten van de primary en secundary survey. Er is dus geen black box systeem waarbij je boven aan een patient instopt en er vervolgens een verplicht te volgen behandelroute gevolgd moet worden zoals wel in de USA veelal het geval is waar protocollen meer rigide worden gehanteerd. In het Nederlandse systeem staat de patient voorop in plaats van een juridisch indeksysteem. De ambu vpk is de persoon die, met het oog op de somatische en psychische toestand van de patient, de optimale zorg voor de patient vaststelt en plant en uitvoert.