Voel jij je ook zo raar?Door Jorien de Lege, gepubliceerd op 20 november 2007
Er is geen verklaring gevonden voor de plotselinge ziekte-uitbraak bij de dierenwinkel in Hoogeveen. Wat als er inderdaad geen fysieke aanleiding was? Is dit dan een geval van masshysterie?
In juni 1962 werden de medewerkers van een Amerikaanse kledingfabriek massaal ziek. Ze klaagden over misselijkheid, pijn, desoriëntatie en falende spieren. Sommigen verloren zelfs het bewustzijn of stortten in tijdens het werk. Al snel verspreidde zich het gerucht dat de ziekte werd veroorzaakt door ‘een soort insect’ dat de stoffenvoorraad van een van de schepen van overzee had besmet. De directie trof maatregelen om het insect te bestrijden, maar er is nooit enige aanwijzing gevonden dat het beestje bestond.
Experts concludeerden dat de oorzaak lag bij een verschijnsel dat mass psychogenic illness (MPI) heet, ofwel massahysterie. De symptomen zijn vaag en de ziekte verspreidt zich razendsnel onder collega’s, vrienden en kennissen. Een fysieke oorzaak wordt nooit gevonden en de klachten verdwijnen snel.
Stel nu eens dat de Amerikaanse fabriek een dierenwinkel is in Hoogeveen, en het mysterieuze insect een dode kaaiman. De klachten bestaan nu uit duizeligheid, misselijkheid en huiduitslag. Een rijksinstituut wordt ingeschakeld, bloed wordt afgenomen bij slachtoffers en de dierenwinkel wordt minutieus uitgekamd. Maar een oorzaak wordt niet gevonden.
De mogelijkheid van een fysieke oorzaak van de klachten is nooit helemaal uit te sluiten. Het is denkbaar dat een korte blootstelling aan een giftige stof vier medewerkers van het Annen Animal Centre kortstondig ziek heeft gemaakt. Het waaide en het regende, omstandigheden waardoor een gas of een chemische stof snel kan ‘verdwijnen’. De kans dat de panieksituatie in Hoogeveen kan worden toegevoegd aan een lange rij voorbeelden van massahysterie is echter groot.
Sociaal psycholoog Hans van de Sande van de Rijksuniversiteit Groningen bestudeerde voor de Volkskrant een reconstructie van de gebeurtenissen in Hoogeveen tussen donderdag 1 november en vrijdag 9 november. ‘Ik zie een aantal factoren die typisch zijn voor Mass psychogenic illness (MPI). Paniek kan zich snel verspreiden. Als je naar de overspannen reactie van de burgemeester kijkt, verbaast het me dat niet heel Hoogeveen ziek is geworden.’
Mass psychogenic illness komt geregeld voor. In 1999 werden Belgische basisschoolleerlingen massaal onwel na het drinken van Coca Cola. Het drankje zou een rare geur hebben gehad, waarna diverse leerlingen aangaven zich niet goed te voelen. Het gerucht dat de cola ‘besmet’ was, leidde tot een ziektegolf onder de leerlingen en tot terugtrekking van 15 miljoen kratten cola in België, Frankrijk en Luxemburg. Er werd nooit een oorzaak gevonden.
Er zijn bepaalde omstandigheden waaraan moet worden voldaan om een uitbraak van (massa)hysterie te creëren. De slachtoffers staan bijna altijd onder spanning, op het werk of in de privésfeer. Van de Sande: ‘De eigenaren van de dierenwinkel in Hoogeveen stonden zeker onder druk. Ze hadden net een nieuwe winkel geopend nadat de oude was afgebrand. Dat alleen levert al spanning op, maar als dan plotseling een kostbaar beest als een brilkaaiman doodgaat, loopt de druk nog verder op.’
De dood van de brilkaaiman op vrijdagmiddag 2 november was bovendien onverwacht. De dag ervoor was op verzoek van de eigenaren nog inspectie geweest om te controleren of de leefomstandigheden in de winkel goed waren. Ze kwamen naar eigen zeggen met glans door de keuring, de drie kaaimannen maakten het goed. De volgende ochtend wilden de dieren niet meer eten en in de middag was de eerste kaaiman dood. Er ontstond het vermoeden dat er gif in het spel was. De eigenaren deden aangifte, op maandagochtend 5 november kwamen twee agenten onderzoek doen. Ook de media had lont geroken en kwam vragen stellen over het dier.
Deze aandacht voor de kaaiman zou wel eens essentieel kunnen zijn geweest voor het ontstaan van ziekteverschijnselen. Waar rook is, is vuur en anders creëren we de brand zelf wel. Tenslotte is een brilkaaiman een tropisch dier (net als het ‘insect’ in de kledingfabriek), dat vreemde ziekten bij zich kan dragen. En als het beest vergiftigd is, ontstaat de vraag waarmee. Gas? In dat geval kan het de medewerkers van de winkel ook ziek maken. Deze suggestie kan een eigen leven gaan leiden als medewerkers elkaar steeds banger maken. Van de Sande: ‘Mensen die zich geen zorgen maken, voelen zich vaak ook goed. Andersom werkt het net zo. Angst en ziekte zijn een perfecte combinatie voor Mass psychogenic illness.’
Bij de meeste gevallen van massahysterie is media-aandacht een versterkende factor. Onvolledige of tendentieuze berichtgeving bereikt in recordtempo een groot publiek, waardoor de ‘ziekte’ zich snel verspreidt. In het geval van het Belgische Coca Cola-incident leidde de verspreiding van het gerucht tot uitbraken op nog vier andere scholen, 1400 ongeruste telefoontjes naar het Belgisch anti-gifcentrum en een onderzoek van de regering naar de oorzaak van de epidemie. In Hoogeveen bleef het aantal gevallen van ‘echte ziekte’ beperkt tot de eigenaren van de dierenwinkel en wat medewerkers, maar er werden wel 25 mensen opgenomen in het ziekenhuis en nog eens 105 mensen in quarantaine gesteld. Deze quarantainegroep bestond uit journalisten, de twee politieagenten die in de winkel waren geweest, omstanders en hulpverleners, ook daar gaven sommigen aan zich niet lekker te voelen of tintelende benen te hebben. Zoals de politie van Hoogeveen het verwoordde: ‘Je zit daar in quarantaine en dan ga je ook wat voelen.’ Ook Van de Sande ziet simpeler verklaringen dan een exotische ziekte of biologische aanslag: ‘Als jij als fotograaf uren voor zo’n afzetting staat, gaan je benen ongetwijfeld tintelen.’ De suggestie voedt de angst en die maakt je ziek. Het is een emotionele besmetting.
Om een flinke uitbraak van MPI te verzekeren, is een groep bekenden nodig. Schoolklassen zijn de beste slachtoffers, gevolgd door fabrieken, dorpen en families. De leerlingen in het Coca-Cola incident hadden vaak een vriendje of een lerares die zich ook ziek voelde. ‘Een onbekende die zich niet goed voelt, heeft geen effect. De situatie in Hoogeveen is een mild geval van MPI, het aantal slachtoffers bleef beperkt. De groep kende elkaar niet goed genoeg voor een emotionele besmetting.’
De eenvoudigste manier om een uitbraak van massahysterie de kop in te drukken, is de groep uit elkaar halen en naar een andere omgeving brengen. Toen de 25 betrokkenen in het ziekenhuis van Groningen allemaal in een aparte kamer werden onderzocht, verdwenen de klachten. In de medische literatuur wordt dan ook geadviseerd om bij MPI de patiënten zo veel mogelijk gerust te stellen en speculaties in de media weg te nemen. En zo geschiedde in Hoogeveen. De 105 personen in quarantaine mochten maandagavond al naar huis. In het ziekenhuis werd de patiënten op dinsdagochtend verzekerd dat er geen medische gevolgen werden verwacht. Diezelfde dag verklaarde het RIVM, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, geen directe aanleiding te hebben gevonden voor het incident – om dit na verder onderzoek nogmaals te bevestigen.
De kracht van suggestie heeft er wellicht toe geleid dat in Hoogeveen het rampenplan uit de kast werd getrokken. Voorbarig? Van de Sande betwijfelt of de gasmaskers en de komst van een traumahelikopter de situatie hebben geholpen. Maar zelfs als massahysterie de boosdoener is, maakt dit de medewerkers van de dierenwinkel geen aanstellers, stelt de psycholoog. ‘Wat de aanleiding ook is, hun ziekte is echt, en de reactie van hun omgeving ook. Net als prooidieren moet de mens signalen van gevaar snel kunnen oppikken. Is er iets aan de hand, dan handel je meteen. Massahysterie is slechts een uitwas van dit systeem.’
Te nuchter voor massahysterie? Ga eens op ziekenbezoek en vraag die grieperige vriend wat hem kwelt. Voor je het weet hoor je jezelf zeggen: ‘Dat heb ik ook!’ Wees niet verbaasd als je je een paar uur later al beroerder voelt.
http://www.hartenziel.nl/artikel/voel_jij_je_ook_zo_raar